Kennis /

Future Everything

verslag

De stad omvormen tot 'living lab'

— Is het mogelijk een conferentie over alles te organiseren?

Future Everything?

Toen het Future Sonic festival aankondigde dat zij voortaan als Future Everything verder zou gaan, fronsten velen hun wenkbrauwen. Dat de term ‘sonic’ de lading van het festival al enige tijd niet meer dekte was voor eenieder duidelijk, maar een festival over de toekomst van alles? Dat klinkt toch allerminst wat ambitieus. Wat betekent het eigenlijk precies voor de ambities van het festival nu haar naam is opgeschaald naar de toekomst als geheel?

Future Everything bestaat in ieder geval nog net als voorheen uit een combinatie van conferentie, exposities, muziek en workshops. Daarnaast is er ruimte voor een grote diversiteit aan partners uit de stad die onder de paraplu van het festival hun eigen programma’s organiseren. Het festival dat ooit begon als podium voor digitale creatie met een sterke nadruk op elektronische muziek is zo in 15 edities uitgegroeid tot een breed georiënteerd festival verspreid over de stad. Volgens festival directeur Drew Hemment is het festival al lang geen muziekfestival meer voor innovatieve (digitale) muziek maar ligt de focus nu op sociale innovatie. Dat laatste verklaart waarom het tijd was voor een nieuwe naam; een naam die in één oogopslag duidelijk maakt dat het hier niet langer gaat om een festival voor obscure elektronische muziek, maar om een festival dat iedereen aangaat: Future Everything. En ondanks dat James-met-de-pet in de straten van Manchester nog altijd geen besef blijkt te hebben van het bestaan van dit festival (James: “Iemand vroeg me al eerder naar die architectuurexpositie.”), zijn de pogingen van het festival om op te schalen naar de toekomst als geheel en een breder publiek aan te spreken duidelijk zichtbaar. De brede maatschappelijke thema’s van de conferentie en de spreiding door de stad van exposities, muziek en workshops speelt daarbij een belangrijke rol.

 

Conferentie

Binnen de tweedaagse conferentie stonden de volgende thema’s centraal: Imagine Everything, The City Experiment, Open Data, en Infinite connectivity.1 De laatste twee thema’s waren respectievelijk gericht op hoe publieke archieven beter kunnen worden ontsloten en hoe het Internet van onze toekomst eruit zal zien. Binnen de eerste twee thema’s werd de nieuwe focus van het festival op sociale innovatie meer direct bediscussieerd.

 

The City Experiment

In de sessie Shaping the City – onderdeel van het thema The City Experiment - werd bijvoorbeeld een variëteit aan klimaat, cultuur en burger initiatieven gepresenteerd die bijdragen aan de stedelijke groei, renovatie, leefbaarheid en internationale profilering van verschillende steden. Shawn Micallef sprak over de intenties van het door hem in 2003 geïnitieerde project Murmur2, waarmee hij de stedelijke mythes van de stad Toronto wil preserveren. Volgens Micallef mist Toronto wat Manchester sterk heeft: Een mythologie van verhalen en anekdotes die leven onder haar bevolking en in sterke mate het imago van de stad bepalen. Denk bijvoorbeeld aan de verhalen rond Manchester’s FACT51: The Hacienda; voor velen een eerste associatie bij het horen van de naam Manchester. De cultus rondom deze legendarische nachtclub leeft nog altijd sterk voort in films, forums en muziekcultuur, ondanks dat zij haar deuren in 1997 definitief sloot en het gebouw inmiddels zelfs plaats heeft gemaakt voor een luxe appartementen blok. Toronto beschikt niet over dit soort verhalen met een sterke associatie met de stad, stelt Micallef. Sterker nog, aangezien het goedkoper is om film in Canada te produceren dan in Amerika - en omdat Toronto van alle Canadese steden nu eenmaal het meest op een gemiddelde Amerikaans stad lijkt - speelt Toronto in films veel vaker voor Amerikaanse stad dan voor zichzelf. Murmur probeert de lokale stedelijke verhalen van Toronto te doen voortleven door lokale mensen te laten vertellen over gebeurtenissen die hen in de stad overkwamen. Vervolgens worden deze verhalen opengesteld aan anderen door op de plek waar de vertelling betrekking op heeft herkenbare bordjes (opvallende groene bordjes met een groot wit oor) te plaatsen met een telefoonnummer. Wanneer iemand het telefoonnummer belt is daar een opname te horen van de bewoner die de anekdote vertelt. Momenteel bestaan er zelf hele routes van anekdotes door verschillende wijken van Toronto. Murmur verbindt burgers met elkaar middels hun eigen belevingen van de stad, en – ookal is het lastig te meten - zou daarmee inderdaad best eens bij kunnen dragen aan de stedelijke identiteit van de stad. Een mooi voorbeeld van sociale innovatie.

Francis McKee sprak in dezelfde sessie over de rol die architectuur speelt in conflicten en trauma’s. Een bekend voorbeeld daarvan is hoe Israel de oorlog met Palestina stilzwijgend doorvoert door steeds weer nieuwe vestigingen op Palestijns grondgebied te bouwen. Wat veel mensen echter niet weten, is dat Palestijnse steden, na invasie door Israel, alleen volgens Israëlische regels mogen worden heropgebouwd. Die heropbouwregels dienen er voornamelijk toe dat de tanks van het Israëlische leger bij toekomstig militair ingrijpen makkelijker tot in de kern van de stad kunnen geraken. Vergelijkbare stedelijke vernieuwingsstrategieën zie je opduiken waar dichtbebouwde stedelijke centra vrijhavens vormen voor handel in illegale artikelen. Doordat politie simpelweg niet tot in de kern van deze gebieden door kan dringen, ontstaan daar automatisch ‘temporary autonomous zones’. En die zijn belangrijk voor de levendigheid van een stad. In de Palestijnse steden zie je heel duidelijk hoe het openbreken van de centra een doodsteek is voor de levendigheid.

In McKee’s thuisstad Glasgow is er weliswaar geen sprake van conflict, maar wel van een trauma; namelijk dat van een industrie die de stad enkele decennia geleden vrijwel geheel verliet. Op basis van een jarenlange strijd om de stad weer tot leven te brengen, realiseren de stedelijke planners van Glasgow zich momenteel heel goed hoe belangrijk cultuur daarvoor is. Maar doordat zij nu elke culturele opleving in de stad nauwlettend in de gaten houden, krijgen culturele initiatieven niet meer de kans om zich te ontplooien. Zodra een dergelijk initiatief de goede kant op gaat, duiken de stedelijke ontwikkelaars er bovenop, wordt het initiatief deel van een ontwikkelingstraject, en verliest het vervolgens al haar aantrekkingskracht en effect. Uit alle cases die McKee behandelde bleek het belang van temporary autonomous zones - vrije zones waar de overheid haar burgers niet continu in de nek hijgt – voor de levendigheid van een stad. Die moet je als stedelijke ontwikkelaar niet alleen respecteren, maar ook vooral de kans geven om zichzelf te ontplooien.

Maarten Hajer startte zijn verhaal met de observatie dat elke Europese stad in grote lijnen hetzelfde creative city verhaal vertelt om zich te profileren. Om een echte coole stad te zijn, moet je je echter als stad ook tot de economische sociale en ecologische uitdagingen van onze tijd verhouden. Dat houdt bijvoorbeeld in dat je als stad helder communiceert hoe je de 80% CO2 reductie gaat realiseren waar elke stad spoedig aan zal moeten voldoen. Dat betekent namelijk nogal wat voor bijvoorbeeld transport en energie gebruik van een stad. Daarnaast moet een stad in plaats van reclame maken, ook een realistisch plaatje schetsten waarin rekening gehouden wordt met de onoverkomelijke effecten van klimaatverandering, zoals hittegolven en watertekorten. Een echte coole stad van de toekomst is niet alleen economisch aantrekkelijk, maar ook sociaal en ecologisch duurzaam. Vooral steden die zich niet blindstaren op de competitie om tot een van de creatiefste steden van Europa te horen en in plaats daarvan een overtuigend verhaal brengen rondom hun duurzame toekomst zullen spoedig het meest aantrekkelijk gevonden worden. Maar hoe komen we tot zo’n ‘echte coole’ stad? Zeker niet door enkel wetgeving en planning van bovenaf, bleek uit de aflsuitende discussie gemodereerd door Michelle Kasprzak – programmamaker voor Future Everything. Voor zo’n stad van de toekomst moeten er vooral veel individuele burgers overtuigd raken dat zij socialer en duurzamer zullen moeten gaan leven. Schaar zo genoeg individuen achter een groen initiatief, komt er vanzelf een tipping point, waarna het initiatief zichzelf verspreid en in de sociale structuur verankerd raakt. Uiteindelijk gaat het dus toch echt om de mensen bij sociale innovatie.

 

Imagine Everything

Dat ook het thema Imagine Everything de sociale innovatie uitdaging direct bij de hoorns nam bleek uit de keynote presentatie van Keri Facer. Zij stelde de vraag centraal hoe onze maatschappij kan leren om te gaan met de ecologische, demografische, en technische kansen en uitdagingen van de komende twee decennia. Facer opende door alle aanwezigen op te roepen om zich voor te stellen hoe ieders leven eruit zal zien in 2031. Natuurlijk schetst iedereen hier een directe afgeleide van de huidige condities waaronder we leven, sterk gebaseerd op wat we weten uit het verleden en hoe dingen zich sindsdien hebben ontwikkeld. En dat laatste hindert ons in het vormen van ideeën over de toekomst, aldus Facer. In voorspellingen van de toekomst worden we steevast in de weggezeten door ons eigen verleden. Want grote complexe systemen (of complexe systemen van die systemen), zoals onze wereld, ontwikkelen zich helaas niet volgens voorspelbare patronen. Ondanks dat kon Facer voor een aantal zaken wel aangeven dat ze van grote betekenis gaan zijn voor onze toekomst. Meestal zonder dat we onszelf dat goed genoeg beseffen.

Vergrijzing bijvoorbeeld. Wie had in zijn of haar visie van 2031 meegenomen dat onze bevolking aanzienlijk ouder zal zijn. Onze maatschappij kan simpelweg niet draaien op alleen gepensioneerde bejaarden. Mensen zullen dus moeten blijven werken. Dat betekent ook dat zij zullen moeten blijven leren om te kunnen blijven werken. Iets dat Facer life long learning noemt, en veel meer aandacht zou moeten krijgen met het zicht op de aankomende vergrijzing. Olie is een ander voorbeeld. We weten dat we de piek in het winnen van olie gepasseerd zijn, maar niemand weet hoe de staart van die oliewinning zich zal ontwikkelen. Gaat dat een gradueel dalende lijn zijn, of heeft die lijn een steile curve? Het verschil daartussen zal een ongekende impact op onze toekomst hebben. En dan zijn er nog de schaarse metalen, waar al onze digitale technologie afhankelijk van is. China beschikt over verreweg de meeste van deze metalen en legt de export van deze metalen al sinds 2004 aan banden. Er zijn talloze andere voorbeelden te noemen van zaken die onze toekomst in sterke maten gaan bepalen: Zo zullen we met massa immigratie te maken krijgen als gevolg van toegenomen armoede, problemen tegemoed gaan in de globale voedsel distributie, kampen met de gevolgen van klimaatverandering, en conflicten over schaarse grondstoffen, water en energie zien.

Al deze voorbeelden illustreren dat ons beeld van de toekomst niet kan berusten op kennis uit het verleden. Het probleem is echter dat een toekomst schetsen gewoon heel erg lastig is; het vergt inzicht in complexe systemen van complexe systemen. Dat neemt niet weg dat we ons wel kunnen behoeden voor fundamentele denkfouten in het schetsen van een toekomst. Feit is bijvoorbeeld dat de huidige sociale onderklasse in onze maatschappij een proportioneel veel groter deel uit zal maken van onze bevolking in de toekomst. Een fout in het denken over de toekomst die we onszelf dus kunnen besparen is het uitsluiten van deze klasse bij het nadenken over, en vormgeven van, onze toekomst. Facer drukte het publiek vervolgens met de neus op de feiten: Het publiek dat aanwezig was bij de lezing bestond voornamelijk uit blanke hoogopgeleiden van middelbare leeftijd.

Daar raakte Facer een belangrijke en gedurfde vraag: In hoeverre leeft het Future Everything festival zelf de idealen na die uit haar debatten volgen? Gelukkig hoefde het festival hier niet diep door het stof, want de groene en sociale initiatieven binnen het festival waren duidelijk zichtbaar. Twee groene initiatieven sprongen daarbij met name in het oog. Als eerste de ‘festival footprint’ notities die volgde bij praktisch elk stukje bezoekers informatie, waarin viel te lezen hoe ver het lopen bijvoorbeeld lopen was van A naar B en welke bussen er voor het traject beschikbaar zijn. Ook werden bezoekers al voorafgaand aan het festival gewezen op verschillende directe treinverbindingen, die invliegen overbodig zouden kunnen maken. Het tweede in het oog springende groene initiatief was het project GloNet, een wereldwijde samenwerking tussen debat centra en festivals die over-en-weer live streaming mogelijk maakt. Enkele lezingen en debatten binnen de conferentie vonden dan ook per live stream plaats, wat de footprint van het festival ongetwijfeld drastisch heeft verkleind. GloNet zal ook na het festival in stand blijven, als een platform voor het wereldwijd live bijwonen van debatten. Het platform biedt niet alleen technische oplossingen, maar integreert deze met nieuwe interactieve debatvormen en andere alternatieve formats voor evenementen.

Ondanks dat er sociale thema’s op de agenda stonden binnen de conferentie, waren deze ook goed zichtbaar binnen de overige programmaonderdelen van het festival verspreid over de stad.

 

Exposities, muziek en workshops

Future Everything moet volgens haar directie de stad omvormen tot ‘living lab’ en daarmee van Manchester een proeftuin van ideeën maken die haar uiteindelijk op de kaart zetten als prototype voor een nieuwe wereld. Uit de lezing van Facer leerden we dat een nieuwe wereld vooral begint met zorgen dat iedereen meedenkt over het vormgeven van onze toekomst. Future Everything doet daar een duidelijke poging toe.

Het muziek programma en de exposities binnen Future Everything zijn niet alleen sterk verspreid over de stad, maar zijn er ook duidelijk op gericht om gevarieerde cultuur te verspreiden onder alle lagen van de bevolking. Zo stonden de dj’s van de gerenommeerde muziekwebsite Boomkat in een traditionele pub in een achterstraatje, werd de legendarische Congolese band Konono Nr.1 op het podium van de studentenvereniging geprogrammeerd en was de obscure Syrische dj Omar Souleyman te bewonderen in het hart van ‘clubbend’ Manchester.

De dag na de conferentie was het tijd voor een unconference; een zelforganiserend programma met voornamelijk workshops dat min of meer spontaan georganiseerd wordt door bezoekers van het festival. Het resultaat was een levendig geheel van knutselende - voornamelijk jonge - creatievelingen. Natuurlijk een prachtig resultaat gezien de ambitie van het festival om een breed geïnteresseerd en demografisch gespreid publiek te trekken, maar ook wat opmerkelijk aangezien iedere bezoeker voor een festivalpas 120 GBP moest kunnen ophoesten.

Ook de exposities binnen het festival poogden duidelijk verschillende groepen aan te spreken. De high society van Manchester kon terecht in het chique Palace hotel voor een sterk gestileerd werk van AES+F, terwijl in de pub onder het hotel weer ruimte was gemaakt voor een collectie van werk door lokale kunstenaars en designers. Afgezien van de vraag of een expositie wel zo goed tot haar recht komt in een bruine kroeg, zullen er beslist reguliere pubbezoekers met de kunst van lokale kunstenaars in aanraking zijn gekomen die dat anders nooit uit eigen beweging op hadden gezocht.

De wijde verspreiding van het festival over de stad droeg beslist bij in het vinden van een breed publiek, maar soms leek het dan ook haast alsof alles onder de paraplu van het festival geschaard werd. Zo werd bijvoorbeeld een prachtige expositie van de lokale kunstboekenhandel, Contemporary Irak, onderdeel van het festival. Natuurlijk valt er uit hedendaagse Irakese kunst wat af te lijden uit de toekomst van het land en haar blik op de wereld, maar dat de receptioniste nog nooit van Future Everything had gehoord gaf toch te denken. Zijn deze verbanden met partner evenementen werkelijk sterk genoeg om samen het festival te maken, of dienen deze relaties voornamelijk om het beeld te communiceren dat het festival de hele stad en alle lagen van de bevolking bestrijkt? In ieder geval biedt een festival over de toekomst als geheel een brede basis voor samenwerking binnen de stad. Wanneer deze relaties echter niet expliciet onderbouwd worden binnen het festival, lijkt een festival dat de toekomst van alles omvat plotseling toch een beetje hol.

 

De toekomst van Future Everything

Future Everything heeft – net als voorgaande editie onder de oude naam Future Sonic - dus nogal wat te bieden. Haar nieuwe ambities, als gevolg van deze opschaling naar de toekomst als geheel, zijn helder: Het festival wil zich definitief losmaken van haar muzikale wortels en de toekomst van alles en iedereen centraal stellen. ‘Alles’ in de naam, betekent dan ook letterlijk alles, en niet langer slechts thema’s die binnen de kunst een sterke rol spelen. Op dezelfde manier wil het festival letterlijk iedereen bij het festival proberen te betrekken. En dat hoort een festival over de toekomst in haar geheel zeker ook te doen, want - zo leerden we van Keri Facer – het vormgeven van de toekomst begint bij zorgen dat iedereen de kans krijgt om mee na te denken over deze toekomst.

Tegelijkertijd is een festival over alles en voor iedereen misschien toch wat overambitieus. Toegegeven, het festival doet waar ze voor staat en biedt een conferentie met veel interessante lezingen en sprekers die niet bang zijn om zich kritisch uit te laten, ze verzorgt een breed muziekprogramma met optredens uit alle windstreken en programmeert deze op onverwachte plekken, en ze leeft daarnaast haar eigen groene lessen na. Maar dat een festival over de toekomst alles en iedereen moet proberen te omvatten, is wel een hele grote uitdaging. En dat betekent dat er hier en daar op kwaliteit ingeleverd wordt. De vormgeving van de centrale expositie van het festival was bijvoorbeeld ver ondermaats, maar ook op thematisch vlak probeert het festival teveel te omvatten en boet daardoor in op verdieping en gerichte discussie.

De verandering van titel naar Future Everything markeert duidelijk een transitie naar een festival dat niets probeert uit te sluiten. Een nobel streven dat ook gezien mag worden als kritische reflectie op vergelijkbare festivals die zich vaak wat elitair en exclusief opstellen. Helaas blijkt een focus op alles en iedereen ook te resulteren in een wat troebele blik.

1

 Zie voor een uitgebreide omschrijving van de thema’s: www.futureeverything.org/blog/2010/04/futureeverything-2010-conference-programme

 

2

http://murmurtoronto.ca

Share

Facebook comments