Kennis /

Nieuwe contouren van de creatieve industrie: het debat

verslag

Debat

— Op woensdag 13 februari organiseerde Het Nieuwe Instituut samen met de Boekmanstichting een debat over de nieuwe werkelijkheid van de creatieve industrie. Onder andere Janny Rodermond, Valerie Frissen, Jeroen van Mastrigt, Gilian Schrofer, Afaina de Jong en Timo de Rijk spraken over de nieuwe contouren van de topsector, en gingen de dialoog aan met het publiek.
Lees hier het verslag.

In het auditorium van Het Nieuwe Instituut hadden zich beleidsmakers, docenten, zelfstandig ondernemers en andere geïnteresseerden verzameld, om het debat bij te wonen en vragen aan de orde te stellen. Via de live-stream was het debat online te volgen, en op Twitter werd via #DebatCI veel gereageerd en input geleverd voor de discussie.

Valentijn Byvanck, moderator van de middag, begon het debat door de vraag op te werpen waar die nieuwe werkelijkheid van de creatieve industrie precies in schuilt. En ook: kunnen we een nieuwe werkelijkheid voor de creatieve industrie maken?

Hoewel we ons middenin een veranderingsproces bevinden, is het een goed moment om te kijken naar de nieuwe constellaties en de stappen die genomen moeten worden. Deze vraag werd voorgelegd aan drie keer drie sprekers, die de discussie vanuit hun eigen praktijk startten.

Eerste ronde: verbinden van kunst en wetenschap

Tijdens de eerste ronde kwamen beleidsmakers Paul Rutten, Valerie Frissen en Timo de Rijk aan het woord. Elk gaven zij een betoog van vijf minuten over hun visie op de creatieve industrie en mogelijke wegen om nu in te slaan.

Paul Rutten schetste een aantal contexten waarin de creatieve industrie begrepen kan worden. De creatieve industrie bestaat uit de media en entertainment industrie, de creatief zakelijke dienstverlening en kunst en cultureel erfgoed. Deze operationele definitie is geformuleerd om de sector meetbaar te maken. De schatting is dat er ongeveer 280.000 mensen in werken. Volgens Rutten is de creatieve industrie hard nodig om een innovatieve economie te stimuleren en aan te wakkeren. De focus moet volgens hem liggen op creatief talent en te kijken naar hoe dit talent onze economie beïnvloedt.


4728
Paul Rutten tijdens het debat (door: Ashley Govers)

Valerie Frissen benadrukte dat met de benoeming van de creatieve industrie als topsector, de sector nu daadwerkelijk volwassen wordt, en zich daar ook naar moet gedragen. Met CLICK NL wil Frissen de kenniswereld aan de creatieve wereld koppelen. De kracht én de zwakte van de creatieve industrie is dat ze, veel meer dan andere sectoren, uit heel veel kleine partijen bestaat. Belangrijke kansen ziet Frissen in het creëren van een ecosysteem waarin kennis wordt gedeeld, strategisch wordt ingezet en productief wordt gemaakt. Er is nu nog teveel sprake van kennisversplintering.

Timo de Rijk declameerde zijn statement; investeringen in de fijnmazige creatieve industrie dient met zorg te gebeuren, en kunstenaars moeten erbuiten worden gehouden. Dit laatste oordeel leidde direct tot een hevige discussie met het aanwezige publiek. Marleen Stikker (Waag Society) benadrukte de rol van de kunstenaar als fundamenteel onderzoeker, die vaak vormonderzoek doet dat kan leiden tot transformatie en een toepassing.

Vanuit het publiek en via Twitter werden er veel voorbeelden van projecten aangedragen, die kunst met wetenschap verbinden. De rol die het onderwijs op dit gebied speelt werd ter discussie gesteld: van meer praktijkonderwijs op de universiteit, tot toetsing van het functioneren van social design. Op dit terrein lijkt nog veel te winnen.

Tweede ronde: ondernemersvaardigheden

Tijdens de tweede ronde kwamen er drie makers aan het woord. Gilian Schrofer stelde vanuit zijn praktijk als ontwerper dat creativiteit zakelijkheid nodig heeft. Hoe koppel je de juiste zakelijke persoon aan creatief talent? Het is belangrijk om de Nederlandse creatieve industrie ook in het buitenland te verkopen, daar liggen volgens Schrofer nu veel kansen.

Afaina de Jong vertelde bevlogen over haar eigen flexibele rol als creatief ondernemer. Vanuit haar perspectief zijn de kleine en middelgrote ondernemingen de vruchtbare bodem van de creatieve industrie als geheel. De onderlinge afhankelijkheid tussen kleine bedrijven, corporaties en instellingen is wat de creatieve industrie feitelijk beweegt.

Om het raamwerk van de sector te verbeteren, moet volgens haar de top met de bodem worden verbonden. Bronnen en financieringsopties moeten toegankelijk zijn tot het niveau van de kleine creatieve ondernemer, om innovatie als geheel veilig te stellen in deze recessie. Bijvoorbeeld door mentorschap programma's op te zetten, of na te denken over een 'Creative Exchange Index', een marktindex voor creatief kapitaal. Door de economische impact van de creatieve industrie tastbaar te maken, wordt deze aantrekkelijk voor investeerders.


4729
Jeroen van Mastrigt tijdens het debat (door: Ashley Govers)

Volgens Jeroen van Mastrigt is de nieuwe werkelijkheid van de creatieve industrie een werkelijkheid die steeds sneller verandert. Creatieve mensen, zoals gamedesigners, kunnen juist worden ingezet om grote maatschappelijke problemen aan te pakken. Zoals in de zorg, of ten behoeve van duurzaamheid.

Vanuit het publiek werd heel duidelijk de behoefte aan talentontwikkeling op het gebied van ondernemersvaardigheden van creatieven uitgesproken. Het vermogen om te ondernemen ontbreekt vaak bij zelfstandigen. Ook bij academies en andere opleidingen wordt nog niet altijd constructief aandacht besteed aan ondernemersvaardigheden.

Derde ronde: talentontwikkeling

Na tweederde van het debat constateert moderator Valentijn Byvanck dat er nog altijd een prangende vraag is naar concrete voorstellen en plannen om de verschillende werkvelden die aanwezig zijn, werkelijk bij elkaar te brengen. Stakeholders Harry Starren, Janny Rodermond en Floor van Spaendonck geven de aanzet tot de einddiscussie van het debat.

Volgens Harry Starren is de grote uitdaging nu om niet op de andere topsectoren te gaan lijken. De creatieve industrie bestaat uit zwermen zelfstandige ondernemers, en dat moet men zo houden om flexibel te blijven. Die fragmentatie is juist een kracht en benadrukt de authenticiteit als waarde van de sector.

Janny Rodermond licht toe waar zij zich met het nieuwe Stimuleringsfonds Creatieve Industrie op wil richten. In 2012 is er veel gesproken met makers en hun behoeftes. De vraag naar vrije ruimte voor innovatie en onderzoek kwam hier steeds naar voren. Maar ook het opschalen van resultaten naar toegepast onderzoek en productontwikkeling. Volgens Rodermond is daar in de regelingen veel ruimte voor gecreëerd. Talentontwikkeling en ondernemerschap moeten telkens worden gestimuleerd.


4730
Floor van Spaendonck tijdens het debat (door: Ashley Govers)

Floor van Spaendonck stelt als manager platform van Het Nieuwe Instituut dat juist de onderwerpen die tijdens het debat aan de orde kwamen, namelijk talentontwikkeling, netwerk, internationaal opereren en het creëren van discours, allemaal teams zijn binnen platform in Het Nieuwe Instituut. Het is de verantwoordelijkheid van Het Nieuwe Instituut om de deur open te zetten naar de kunstenaar en de onderzoeker, en te verbinden met universiteiten en bedrijven.

Tijdens de einddiscussie worden de belangrijkste kwesties omtrent de creatieve industrie herhaald en benadrukt: het ontbreken van de kunsten en de muziek in de topsector, de kwaliteit en focus van de Nederlandse opleidingen, het betrekken van de praktijk in de academische wereld en het belang van mentorschap en lange termijn programma's. Het zijn veel lessen en praktijken om aan te werken. Het gesprek over en binnen de creatieve industrie is begonnen, maar moet steeds worden blijven gevoerd.

Het debat over de nieuwe werkelijkheid van de creatieve industrie werd georganiseerd in samenwerking met de Boekmanstichting, die het tijdschrift Boekman #93 wijdde aan de creatieve industrie.




4731
(door: Ashley Govers)

Share

Facebook comments