Kennis /

Wat beweegt er tussen de curator en de geïnformeerde amateur?

— In de huidige genetwerkte samenleving vindt een verschuiving plaats in de rol die de culturele instellingen spelen. In het bijzonder de erfgoed instellingen, van nature belast met de taak van conserveren en het ontwikkelen van kennis, zulllen hun strategie moeten aanpassen. De digitale ontsluiting van cultureel erfgoed is meer dan het aanbieden van een online database. Het gaat om contextualisering van de informatie, en de manier waarop de opgebouwde en ervaren kennis gedeeld kan worden.

Hieronder een verslag van de workshop ‘Erfgoed Digitaal Ontsloten’ waar praktische voorbeelden werden aangehaald om een beeld te geven van de veranderende verhoudingen.

Er is geen haast

Dick Rijken (Lector Haagse Hogeschool, VPRO, extern deskundige voor het beleidsadvies ‘eCultuur: van i naar e’, juni 2003) stelt dat we in de gelukkige omstandigheid zijn dat we allemaal de weg kwijt zijn. Zekerheden zijn vragen geworden, niet meer op abstract theoretisch niveau, maar op het alledaagse terrein met onze dagelijkse vragen:

Waar is erfgoed voor? Wie ben ik? Wie is mijn publiek? Waar is mijn publiek? Wie zijn mijn vrienden?

Haast hebben is in deze situatie dan ook een slechte houding. In tegenstelling tot onze verwachtingen gaan ontwikkelingen in dit tijdvak juist niet snel. Het is dan ook essentieel dat we nu de tijd nemen om bewuste beslissingen te nemen op het gebied van de techniek, content en allianties.

Het Rijksmuseum
Het Rijksmuseum heeft die tijd, want het gaat voor de komende vier jaar dicht. Afgesproken is om die vier jaar als een experimenteel leerproces te zien. Intern wordt de produktie opnieuw georganiseerd en gedistribueerd. Een opvallende keuze in de strategie is dat de database niet alleen de kern van de digitale ontsluiting vormt, maar het uitgangspunt wordt voor het algehele presentatiemodel. De database is in opzet modulair, gelaagd, open, en flexibel. Hiermee kan erg makkelijk een koppeling gemaakt worden tussen digitale artefacten in de database en fysieke artefacten uit de collectie. Duidelijk wordt dat musea in de komende tijd steeds meer hybride organisaties worden. Het presentatiemodel ziet er als volgt uit:

Nivo 1 presentatie Nivo 2 formats; verrijking/scenarios/verhalen Nivo 3 selecties; focus Nivo 4 objecten; gestandaardiseerde beschrijvingen

Extern wordt er nagedacht over strategische allianties, welke samenwerking versterkt de eigen identiteit? Bovendien is het zinvol na te denken over een sterke eigen identiteit. Is het zinvol het merk Rijksmuseum te creëeren? Erfgoed instellingen zijn doorgaans erg content gericht. In het geval van het Rijksmuseum is het interessant te constateren dat zij deze content gedreven strategie inwisselen voor een media strategie. Je kunt je dan gaan afvragen: “Als het Rijksmuseum een media strategie ontwikkelt op basis van een eigen media infrastructuur wordt het museum dan geen omroep? Een zelfstandige media producent?

e-cultuur
Hoe verhouden zich content strategiën tot media strategiën en hoe moeten we beleid maken in een gemediatiseerde omgeving die zich niet meer langs pre-digitale lijnen laat afbakenen? Er tekent zich de paradox af dat cultuur meer en meer wordt gewaardeerd, niet allleen in kunstkringen, maar ook ik andere sectoren en op beleidsniveau, maar dat er door de hierboven geschetste veranderingen steeds minder grip op te krijgen is. Grenzen vervagen, hybride tussenvormen ontstaan.

Een poging om toch wat meer houvast te bieden is de introductie van de term e-cultuur; alle vormen van expressie en reflectie in het digitale domein. Het gaat hier om alle nieuwe ontwikkelingen en sociale en culturele verschuivingen door toedoen van digitalisering binnen de kunst/creatieve produktie, het cultureel erfgoed, media en bibliotheken. Dat waar we grip op proberen te krijgen is sector-specifiek én sectoroverstijgend. Er ontstaan nieuwe dwarsverbanden. Blijven we wel binnen wat mooi afgebakend was als cultuur? Worden niet juist de crossovers kern van e-cultuur?

Als mensen meer dan tweehonderd keer naar de huisarts gaan, is dat dan een medisch probleem? Als mensen zich onveilig voelen op manifest aantoonbaar veilige plaatsen, wordt veiligheid dan geen cultureel, of liever gezegd, een media probleem? Hoe moeten we beleidsmatig opereren in een veld waar patiënten klanten worden en waar klanten opdrachtgevers worden, zoals in het geval van een patiëntenvereniging die een universiteit een onderzoeksopdracht geeft?

Een nieuw middenveld in de genetwerkte samenleving
In onze genetwerkte media ruimte zien we langzaam een nieuw beeld onstaan. De wereld georganiseerd volgens centraal opgezette structuren van bovenaf heeft gedeeltelijk afgedaan. De huidige genetwerkte wereld is grotendeels opgebouwd uit grassroots initiatieven van ‘professionele’ amateurs. Het klassieke model van kennisontwikkeling en kennisdelen heeft ook een pas op de plaats moeten maken. Nieuw in dit geval is dat er een tussengebied aan het ontstaan is, waarbij professionele instituties samenwerking zoeken met meer informele, vaak lokaal ingebedde, initiatieven.

1. Formele/Professionele autoriteit 2. Tussengebied 3. Persoonlijke/Informele ervaring

De eerste laag vertegenwoordigt de formele wetenschapstructuur die op zoek is naar objectieve waarden en een kennisniveau dat stellingen aanlevert die op ieder gegeven moment geheel waar of geeheel onwaar zijn. Dat niveau correspondeert niet meer met een ervaringsdenken dat opgegroeid is in een genetwerkte, gehyperlinkte wereld waarin stellingen slechts relatief waar zijn, slechts geldig voor een bepaalde plaats en tijd. Deze ervaringswerkelijkheid heeft de universaliteit en objectiviteit laten varen, voor haar speelt ze geen uitzonderlijke rol meer in de beslissing of iets juist of waar of belangrijk is (niveau 3).

Echter oude obstakels blijven hardnekkig. De derde laag wordt in het algemeen gezien als een persoonlijk ervaringsniveau dat te idiosyncratisch is om een informatiestructuur op te bouwen. Men vraagt zich af of dit niveau wel kennis oplevert? Of levert het wellicht data die informatie kan worden wanneer gedeeld in een groep van gelijkgestemden?

Het postmodernisme heeft op meerdere manieren zijn werk goed gedaan, de grote verhalen zijn verdwenen maar daarmee is het discours zelf dat een grote werkelijkheidswaarde kon claimen ook verdwenen. Deze crisis in autoriteit komt overeen met een crisis in vertrouwen in authoriteit. We zien dat er een gelaagdheid ontstaat waarin zich nieuwe informatiegemeenschappen vormen.

Nieuwe rol voor de erfgoed instellingen
Janneke van Kersen (DEN) neemt dit als speerpunt en stelt dat juist verschillende perspectieven op informatie steeds belangrijker worden. Hoe krijgt een gebruiker het beste een antwoord op zijn of haar vraag, dat is de uitdaging, niet zozeer welk document daar bij hoort. Immers, verschillende gebruikers leggen verschillende relaties. Zij hebben verschillende ideeën over wat wel en wat niet waar is. Is het de taak van het museum consequent en onvoorwaardelijk één dominante lezing van een geschiedkundig object te geven?

Of maakt de opzet van de databasegerichte structuur het mogelijk om op presentatie niveau verschillende relaties te leggen tussen de objecten en de beschikbare scenario’s en formats waarin ze worden gepresenteerd? Dit kan een belangrijke stap zijn in de richting van het hierboven beschreven tussenniveau waarop de burger zich wil bewegen.

Het is op juist op dit tussen niveau dat de genetwerkte samenleving zich afspeelt. Er onstaat daar een nieuw middenveld. Gemeenschappen organiseren zich tijdelijk en doen het zelf. Als culturele erfgoed instellingen een rol willen blijven spelen in de dagelijkse ervaringswereld van burgers dan moeten ze manieren zien te vinden om daar te opereren, zonder dat top down te initiëren of uit te rollen.

3voor12 lokaal
Dat wat Kenniswijk niet gelukt is met heel veel geld, ontwikkelen op infrastructuur of op culturele diensten/applicaties, dat is de VPRO wel gelukt op basis van een bestaand helder en sterk format: 3voor12. Wat gebeurt er als je een A merk in handen geeft van amateurs? Wordt het een B-merk of wordt het een a, een lokaal A merk? Dat was de vraag waar de VPRO voor stond toen het plan rees om het 3voor12 format met gestandaardiseerde tools in handen te geven van locale radiomakers. Het success is groter dan van te voren zelfs werd gedacht, de luistercijfers zijn goed, en veel belangrijker de kwaliteit is hoog, erg hoog.

De lokake 3voor12 websites zijn een voorbeeld van dat nieuw ontstane middenveld: vanuit een merkautoriteit wordt met geïnformeerde amateurs kwalitief hoogstaande content geproducceerd. Er zijn spelregels, workshops, en er is regelmatig contact. De locale coördinator wordt vaak betaald met subsidie die lokaal is aangevraagd.

Dit is volgens Dick Rijken de taak van de culturele instelling nu: concepten ontwikkelen om processen van reflectie in de samenleving te begeleiden. Wat we hier zien ontstaan is interessant voor de ontwikkeling van radio in het algemeen, maar meer nog voor het otwikkelen van nieuwe formats en het scheppen van steeds een nieuwe context.

Wikipedia
Wikipedia is een erg goed voorbeeld van het hierboven besproken derde niveau, daar waar de gebruikers, burgers, bezoekers zich organiseren in informatiegemeenschappen. De oprichter van Wikipedia Jimbo Wales is er om het open content concept van Wikipedia toe te lichten. Hierbij hebben gebruikers de volledige controle geeft over de informatie-omgeving. De Nederlandse Wikipedia zegt over zichzelf:

“Wikipedia is een gemeenschapsproject met als doel in elke taal een vrije encyclopedie vanuit een neutraal standpunt te creëren op het web. Wikipedia is gratis en zonder aanmelding te gebruiken om informatie te zoeken, toe te voegen of te bewerken. Hierdoor kan Wikipedia geen enkele vorm van garantie geven over de juistheid van de aanwezige informatie. Experimenteren kan in de zandbak. Deze Nederlandstalige Wikipedia heeft momenteel 34490 artikelen.â€? (bron: nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina)

Volgens Jimbo Wales is de Nederlandse Wiki de 5e grootste van de wereld, en komen er 80 nieuwe artikelen per dag bij. Wikipedia als geheel is populairder dan reuters, playboy en startpagina.nl. De server capaciteit verdubbelt elke twee maanden. Hij claimt dat Wikipedia een encyclopedie is van vrijwilligers, geïnformeerde gebruikers die op elk moment in de site elke content kunnen veranderen, wissen en overschrijven. Zelfs zonder inlog en gebruikersnaam! Een recept voor anarchie, zo werd voorspeld maar dat valt heel erg mee. Naast software mechanismen voor kwaliteitscontrole (IP) gaat iedere edit naar ‘recente veranderingen’, kan je een persoonlijke ‘watchlist’ opzetten van onderwerpen die je aan het hart gaan en kan je elke edit ook weer ongedaan maken. In de workshop veranderde ik prolyprolyleen in ‘koffiemelk met een kaakje’ en binnen vijf minuten was de edit ongedaan gemaakt door de vrijwilliger die Textiel beheert. Maar belangrijker nog dan al deze instrumenten van geinstitutionaliseerd wantrouwen die elk open systeem zelf toch inbouwt, blijkt het enthousiasme, de kennis en de serieuze verbetenheid voor de juistheid en correctheid van de aangeboden informatie. Neem de gebruiker serieus en hij of zij zal het systeem verrijken, dat lijkt de belangrijkste les van Wikipedia.

Het Geheugen van Oost
Zoals eerder besprokenis het volgens Dick Rijken de taak van culturele en erfgoed instellingen om concepten te ontwikkelen die processen van reflectie in de samenleving begeleiden. Dat is interessant voor content, format en context ontwikkeling van de informatiestromen tussen verschillende niveau’s binnen de informatiesamenleving. Interessant, en belangrijk daar is het iedereen het over eens. Maar het is tegelijkertijd ook zeer problematisch. Andere formats en presentatievormen brengen niet noodzakelijk meer mensen in het museum en dat is wel de wijze waarop je aan het einde van het jaar op wordt afgerekend.

Wat te doen bijvoorbeeld met ‘Het Geheugen van Oost’?

“De website ‘Het Geheugen van Oost’ is ontwikkeld als voortraject voor de tentoonstelling ‘Oost, Amsterdamse Buurt’ die in het Amsterdams Historisch Museum was te zien van 10 oktober 2003 t/m 29 februari 2004.â€? (www.geheugenvanoost.nl/article.php?id=OVERDESITE)

De website is ontwikkeld als voortraject, maar functioneert nu als zelfstandige omgeving nadat de tentoonstelling is afgelopen. Is de website nog wel een onderdeel van de tentoonstelling? Of is het een verlenging van de tentooonstelling in de virtuele wereld? Hoe kan de redactie betaald worden? Wie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de site? Hoe kun je leren vertrouwen te hebben in de expertise van dde bezoekers?

In de discussie bleek dat juist deze initiatieven, waarvan niet vast staat hoe ze binnen de huidige financiering- en beleidsmodellen gaan uitpakken, van groot belang zijn om kernproblemen in de erfgoedsector voor iedereen helder en aanvaardbaar te krijgen.

Dus: wat beweegt er tussen de curator en de geinformeerde amateur?

Zowel gedacht vanuit beheer en behoud als vanuit ontsluiting en presentatie, komen alle kernproblemen samen in de mate waarin gevoel van verantwoordelijkheid gecreeerd wordt bij de bezoekers/gebruikers. Het lijkt erop, en dit moet onderzocht worden in volgende workshops, dat er een zekere mate van onderhandelbaarheid over betekenis centraal moet staan. De mate waarin wij in staat zullen zijn ons cultureel erfgoed relevant te maken voor de komende generaties zal afhangen van de verscheidenheid aan projecten die we nu opzetten.

Share

Gerelateerde thema's

Interessante ontwikkelingen die organisatiebreed worden behandeld.

Facebook comments