Sectoranalyse E-cultuur
— Omvang en karakteristieken van de relatief jonge maar snelgroeiende e-cultuursector.
De Nederlandse digitale kunstsector heeft een jaaromzet van 400 miljoen euro en geeft werk aan ruim 10.000 mensen. Dit blijkt uit de 'Sectoranalyse E-cultuur' van Virtueel Platform die maandag 18 juli 2011 uitkomt. Het onderzoek werd uitgevoerd door bureau Veldkamp / TNS NIPO.
De
sectoranalyse laat voor het eerst de omvang en karakteristieken zien
van de relatief jonge maar snelgroeiende e-cultuursector. Een
innovatieve sector die bestaat uit medialabs, kunstenaars,
gamebedrijven, festivals, presentatieplekken en media- en
kunstopleidingen.
In het rapport zijn vijftien Best Practice, goede voorbeelden van e-cultuur, te vinden.
Trends
Uit
het onderzoek blijkt verder dat organisaties sociale media (74%) de
meest belangrijke ontwikkeling van het moment vinden, op de tweede
plaats komt mobiele technologie (47%). Een struikelblok blijkt
onduidelijkheid over auteursrecht, waar 37% van de ondervraagden graag
betere oplossingen voor ziet. Websites, interactieve installaties,
mobiele media en apps en games met een educatieve of culturele
toepassing zijn belangrijke producten.
Innovatieve sector
Directeur
Floor van Spaendonck: “Het is nu een feit: het onderzoek bevestigt met
cijfers dat e-cultuur een eigen sector is binnen de kunst, met
opleidingen, producenten en afnemers. In deze sector vinden unieke
experimenten met kunst en nieuwe media plaats. Daarom is het zaak dat de
overheid met een stevig e-cultuurprogramma deze ontwikkeling en
onderzoek blijft stimuleren. Het werk van medialabs als Mediamatic,
Waag, V2_ en andere pioniers draagt wezenlijk bij aan inhoudelijke
reflectie en verdieping van de kennismaatschappij”.
Open data
Het rapport Sectoranalyse E-cultuur (2011) is gebaseerd op een veldonderzoek dat onderzoeksbureau Veldkamp, een
dochterorganisatie van TNS NIPO, tussen oktober 2010 en februari 2011
uitvoerde.
Voor dit eerste kwantitatieve onderzoek naar e-cultuur stelde Veldkamp in overleg met Virtueel Platform een vragenlijst samen. Een begeleidingscommissie met daarin het Amsterdam Museum, Waag Society (e-cultuur instelling), Hogeschool van Amsterdam (opleiding), Portmantoo (ZZP'er), OC&W en de Raad voor Cultuur, zorgde voor waardevolle feedback vanuit verschillende soorten instel- lingen en gezichtspunten.
Conform de principes van Open Data publiceren we de resultaten van het veldonderzoek. Heeft u andere interessante vragen om op de data los te laten? Hieronder staat een data dump van de gegevens die Veldkamp heeft aangeleverd in drie losse excel bestanden. Door te klikken op de link download u direct het bestand.
Download ZIP bestand 'Sectoranalyse e-cultuur Open Data'
Gebruik van de data is toegestaan met vermelding van de bron: Virtueel Platform. We stellen het op prijs als u laat weten dat u met de data aan de slag bent gegaan en zijn ook zeer geïnteresseerd in eventuele links, beeldmateriaal of een hardkopie van de resultaten.
Neem voor vragen en opmerkingen contact op met Michel Langendijk via michel@virtueelplatform.nl.
Documentatie: populatie
Aangezien
betrouwbare databases van e-cultuurorganisaties bij de Kamer van
Koophandel ontbreken heeft Virtueel Platform op basis van een aantal
bronnen een populatie van de markt voor digitale of e-cultuur
samengesteld.
Een analyse van het e-cultuurveld uit 2009, gedaan
in samenwerking met Govcom, werd aangevuld met adresbestanden van
e-cultuurrelaties en een webspace-analyse door internetbureau Nochii.
Deze aanvullingen zijn bedrijven, organisaties, kunstenaars en mediamakers die een aantoonbare relatie hebben met e-cultuur en digitale kunst en cultuur. Voor deze analyse gebruikten zowel Govcom als Nochii de Issue Crawler, een onderzoekstool die online relaties in kaart brengt.
De basis voor het veldonderzoek was een populatie van 1480 adressen dat de basis vormde voor het veldonderzoek.
Documentatie: respondenten n = 343
Van
deze 1.480 adressen hebben 359 de online vragenlijst volledig ingevuld.
Dit is een respons van 24%. Voor adhoc online onderzoek is een respons
van 24% redelijk tot goed te noemen.
Op basis van een
screeningsvraag vallen er nog 16 adressen af die op voorhand niet tot de
e-cultuur gerekend mogen worden. De overgebleven 343, bestaande uit 277
bedrijven of organisaties en 66 ZZP'ers, eenmansbedrijven en
kunstenaars vormen de basis voor de rapportage.