Kennis /

Erfgoed en innovatie: Lizzy Jongma

interview

Foto door Reekx

— Hoe wordt e-cultuur ingezet in het erfgoedveld? Welke ideeën bestaan er over de toekomst en welke projecten worden als innovatief gezien? Ellen Groenveld en Shao-Wei Lin deden voor Virtueel Platform drie interviews en onderzochten een project. Deze worden in de maand juli 2009 gepubliceerd op de website.

Het derde artikel in het vierluik Erfgoed en Innovatie is een interview met Lizzy Jongma. Zij werkt als senior consultant cultureel erfgoed voor Reekx, een adviesbureau gespecialiseerd in informatiedienstverlening. Een interview over digitale archieven, infrastructuren en de mogelijkheden van ubiquitous computing voor musea.

'Musea moeten kwalitatieve keuzes maken bij het ontsluiten'
Lizzy Jongma: 'Ons culturele erfgoed bestaat uit bibliotheken, archieven en musea, en iedere pijler is op een andere manier met ontsluiting bezig. Op dit moment zijn archieven en musea een inhaalslag aan het maken qua digitalisering. In het algemeen kun je zeggen dat bibliotheken een voorsprong hebben hoewel de ontwikkelingen bij de bibliotheken nu veel langzamer lijken te gaan. Archieven zijn op dit moment ten opzichte van musea met een inhaalslag bezig. Het grootste verschil tussen archieven en musea is, dat archieven in clusters ontsluiten en musea objectgericht te werk gaan bij ontsluiting. Ze hebben dan ook een gigantische hoeveelheid content zoals foto’s, brieven, officiële paperen, in net zoveel verschillende ICT –systemen.'

'Musea hebben door het gebruik van Adlib een betere content beheersing. Ook is content beheersing voor musea op de website niet perse noodzakelijk, maar de vormgeving van een website moet aantrekkelijk zijn. Musea moeten kwalitatieve keuzes maken bij het ontsluiten: Welke objecten en welke hoogtepunten zij willen laten zien. Dit komt onder andere doordat digitaliseren een kostbare zaak is. Het digitaliseren van een professionele objectfoto kost 25 à 35 euro per foto en om 3D objecten goed weer te kunnen geven zijn er minstens drie foto’s per object nodig. Dit betekent dus dat er kwalitatieve keuzes gemaakt moeten worden. Het Rijksmuseum presenteert maar een klein deel van zijn totale collectie online maar het merendeel (80%) van de bezoekers is tevreden over het aanbod. De toegang tot de content van het Van Gogh Museum is intelligent ingedeeld omdat er twee duidelijke manieren zijn om het werk van Van Gogh te benaderen, namelijk op thema en via de levenslijn.'

'Het systeem wordt een onderzoeksinstrument'
Lizzy Jongma: 'Op dit moment ben ik bezig met het project ALMA (Afbeelding Linkt Met Artefact, red.) in het Museum Boijmans Van Beuningen. Het project ALMA is bijzonder omdat art-link aan artefacten verbonden gaat worden. Prenten en schilderijen worden bijvoorbeeld ontsloten met pre-industriële objecten. Een voorbeeld is de Berkmeyer glazen die voorkwamen op een schilderij van Han van Meegeren. Dit werk met als thema “Jezus aan het laatste avondmaal” was ontmaskerd aan de hand van twee glazen die op het schilderij voorkwamen. Deze ontmaskering kan nu verder onderbouwd worden. De voetjes van de glazen bleken af te wijken van de Berkmeyer glazen in de vitrine, waardoor er 19e eeuwse gebruiksvoorwerpen op een 17e eeuws schilderij voorkwamen.'

'Met project ALMA wordt het systeem een onderzoeksinstrument en biedt het de mogelijkheid om aan een specifieke gebruikersgroep, namelijk kunsthistorici en conservatoren, met behulp van een dashboard onderzoek te doen. Onderzoeksgegevens worden interactief aan elkaar gekoppeld, inclusief een koppeling aan de RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie). Nu blijft kennis bij conservatoren en is niet digitaal. Kennis verouderd en kan op deze manier weer opnieuw bekeken worden. Voor het publiek komt de collectie online en de hoogtepunten worden hierin op een publieksvriendelijke manier gepresenteerd. Ook komen hier de dateringgegevens die vaak nodig zijn in het museum, zodat er op GPS- coördinatoren of op kleur gezocht kan worden. Dit laatste komt overigens niet in het project van Boijmans maar zijn er andere manieren om collectie informatie publieksvriendelijk te presenteren. '

'Hieraan gekoppeld is TMS (The Museum System), de intranet structuur en de interface voor conservatoren. Het nadeel aan het gebruik van TMS is de onbekendheid van dit systeem ten opzichte van Adlib. Het is daarom voor veel conservatoren nog lastig in het gebruik. De middenlaag heet Alma en is de applicatielaag voor TMS en digitale beelden. Alma is geschikt voor iedere webapplicatie, het is de XML-bak om data op het web te gebruiken, in Flash of in andere kleinere applicaties; API’s waarmee je op Flickr of op YouTube komt. Weinig musea volgen het voorbeeld van het project bij museum Boijmans Van Beuningen. Het kost veel geld en is technisch heel complex.'

'Een ander voorbeeld van een goede digitale infrastructuur is te vinden in het Scheepvaartmuseum. Het Scheepvaartmuseum bekijkt of scholieren op internet hun eigen tentoonstelling kunnen inrichten, net zoals in Habbo Hotel, en dit bij een fysiek bezoek aan het Scheepvaartmuseum kunnen projecteren. Het resultaat zal niet meer vanuit webapplicaties of “paper vision” getoond worden, maar de tentoonstelling wordt met behulp van beamers in de zaal geprojecteerd. 3D visualisatie zorgt er vervolgens voor dat het levensecht wordt.'

'Muren worden projectieschermen'
Lizzy Jongma: '3D visualisaties zullen steeds meer in het museum te zien zijn, dat wordt de toekomst. Alles wordt een computer en de muren worden projectieschermen, dit is het zogeheten “ubiquitous computing”, ieder apparaat is al een kleine computer. Alles kan door middel van kleine sensoren tot een PC worden gemaakt, zodat muren projectieschermen worden. Nu wordt er nog te veel gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen zoals een 3D-bril, maar dat is voor een bezoeker al teveel gedoe. De gemiddelde museumbezoeker is geen door het park joggende iPod gebruiker. Het uiteindelijke doel van techniek is het overbrengen van informatie, liefst op een handzame, simpele en begrijpelijke manier. Musea zullen meer experience aan gaan bieden en veel vaker van Efteling techniek gebruik gaan maken; zoals touchscreens en 3D-applicaties.'

'De “virtuele bezoeker” is een potentiële manier om mensen via het web naar je museum te trekken. Voor archieven ligt dit anders, zij krijgen minder fysieke bezoekers dus daarom ligt de focus op hun websites. Voor het Archief 2.0 telt de virtuele bezoeker wel mee! Archieven worden anders gesubsidieerd en hebben te maken met de Archiefwet. Het museum blijft gericht op de fysieke bezoeker; het internet is een extra middel om bezoekers te krijgen. Het fysieke museumgebouw is dan ook vaak een landmark, denk aan Bilbao. Maar ook aan Beeld en Geluid in Hilversum. Kunst en cultuur zijn kernbegrippen voor samenlevingen in de Europese wereld. Dit zijn kernwaarden. De opvolger van de industrie is de creativiteit en ‘het creatieve’. Musea zijn de nieuwe tempels of de nieuwe kerken. Ze vormen fysieke ontmoetingspunten, de hoogtepunten.

Van oudsher waren musea bedoeld voor een select gezelschap, namelijk de middenklasse en de gegoede burgers. Sport en kunst staan overigens naast elkaar. Nederlandse musea trekken twee miljoen bezoekers per jaar, net zoveel als het aantal voetbalsupporters dat jaarlijks in de Arena komt. En ook de Arena is een landmark.'

'Goed projectmanagement heeft milestones nodig'
'Ik houd mij bezig met het opzetten van projecten. Na oplevering mis ik het deel van het proces waarin het succes van het projectmanagement wordt geëvalueerd. Wat ik inspirerend vind bij projecten, is dat je onverwachts een leuke oplossing vindt waar je niet meteen aan denkt en wat buiten de normale kaders valt. Een intelligent melkpak bijvoorbeeld is iets waar ik lang over kan nadenken. Ik wil mijn melk koud drinken en vindt het ideaal dat het melkpak uitgerust met een RFID-chip kan aangeven dat het terug in de koelkast moet worden gezet. Het is de oplossing van een probleem, waarvan je niet wist dat het een probleem was. Op dit moment ben ik ook bezig met een iPhone-achtige applicatie op internet om alle gelinkte werken van Armando bij elkaar te krijgen en inhoudelijk te linken. Het is de bedoeling dat je verschillende combinaties kunt maken van allerlei werk en daar virtueel doorheen kunt bladeren.'

‘Door mijn werk bezoek ik gemiddeld 30 tot 40 musea per jaar. Ik kom bij de museumvereniging, ICT-managers voor acquisitie en adviezen en ik bezoek leveranciers. Musea zijn veel creatiever in het vinden van geld dan archieven. Als musea zouden willen samenwerken met commerciële instellingen, moeten ze natuurlijk wel partners vinden die matchen met hun doelstellingen. Het moet een lineaire transactie zijn. Met sponsors is dit een veel lastigere kwestie. Bibliotheken zijn heel slecht in het werven van geld, dat zit niet in hun houding. Hun relatiebeheer is slecht. Bibliotheken zouden meer kunnen leren van musea en archieven.'

'E-cultuur is niets ultiems, het zijn heel veel toepassingen voor veel verschillende doelgroepen die in deze context genoemd worden. De omloopsnelheid of de levensduur van een toepassing is in het algemeen drie jaar, bijvoorbeeld een website; op een spelletje kan men na een maand al uitgekeken zijn. Iedere organisatie zou daar rekening mee moeten houden en afschrijftermijnen voor toepassingen moeten incalculeren. Verder heeft goed projectmanagement milestones en rapportages nodig, ook na afloop. In Nederland is er niet echt een cultuur van het evalueren van projecten. Amerikanen bekijken vaak na een jaar hoe een project loopt. Op lezingen wordt heel openlijk en kritisch gesproken over de kosten, de knelpunten en ook de fouten die zijn gemaakt. In Nederland wordt in principe ieder project als geslaagd beschouwd’.

Share

Gerelateerde thema's

Interessante ontwikkelingen die organisatiebreed worden behandeld.

Facebook comments