Kennis /

Gebruik een web 2.0 benadering voor stedelijke problemen

interview

Amsterdam Wastelands

— ​Social Cities of Tomorrow is een internationale conferentie over nieuwe benaderingen voor stedelijke problemen. In aanloop naar het evenement op 17 februari 2012 praten we met de organisatoren en keynotesprekers over hun bijdrage.

​Interviewer Michel Langendijk gaat in gesprek met Michiel de Lange en Cathy Brickwood en vraagt onder andere naar de urgentie van de Social Cities conferentie voor Virtueel Platform en The Mobile City, en enkele van de projecten die worden gepresenteerd.

Michiel de Lange is mede-richter van The Mobile City en docent aan de opleiding New Media Studies van de Universiteit Utrecht. Cathy Brickwood is programmamanager bij Virtueel Platform, waar ze onder andere Virtueel Platform Research coördineert. In aanloop naar de conferentie gaf Virtueel Platform in deze serie de publicatie Ownership in de Hybride Stad uit.

Michel Langendijk (ML): Waar gaat Social Cities of Tomorrow over?

Michiel de Lange (MdL): De conferentie geeft een Web 2.0 benadering van stedelijke problemen: Hoe kun je technologieën en de principes van de online cultuur toepassen om stedelijke omgevingen te verbeteren. Deze aanpak is ook gelijk de kracht van de conferentie. De 2.0 benadering laat zien dat mensen tegenwoordig samenwerken in netwerken waar niet meer heel duidelijke top-down hierarchieën bestaan.

4192
Michiel de Lange (foto: PICNIC)

Je hebt een soort van Wikipedia-achtige manier van samenwerken, die nu ook wordt toegepast op het ontwerpen van steden. We bekijken vervolgens hoe mensen deze 2.0 manier toepassen om hun buurt gezamenlijk te creëeren of vorm te geven.

Woningbouwverenigingen zijn al bezig met dit soort 'do-it-yourself urbanism' of 'do-it-yourself stedelijk ontwerp'. Dit is waar Natalie Jeremijenko tijdens de conferentie over gaat spreken.

Naast deze 2.0 ontwikkeling in stedelijk ontwerp, zien we nog een andere tendens. Er worden namelijk enorme hoeveelheden digitale data gegenereerd. De Europese Unie is nu erg actief bezig met dit onderwerp, maar ook allerlei lokale overheden zien de mogelijkheden van het gebruik van deze data.

Voorbeelden zijn Apps for Amsterdam en vergelijkbare prijzen in Rotterdam en Eindhoven waardoor het gebruik van data en ook open data wordt gestimuleerd. De Apps voor Nederland prijs doet dit ook, maar dan op landelijke schaal (de video toont winnaar Vistory, red.).

Tegelijk met deze twee ontwikkelingen, zie je dat het stedelijk leven in algemene zin steeds meer 'geïnformatiseerd' wordt. Hier gaat Dan Hill het over hebben tijdens zijn keynote. Steden worden namelijk wel 'smart' gemaakt door informatietechnologie, maar belangrijk is dat het stedelijk leven daar ook echt mee wordt ondersteund.

Je moet je afvragen of individuele diensten, zoals een prullenbak die door middel van een sensor doorgeeft wanneer hij vol is, ook echt bijdragen aan een socialere stad. Het denken over Smart Cities gebeurt vooral vanuit technologisch en economisch rendement.

Je moet je afvragen of individuele diensten [...] ook echt bijdragen aan een socialere stad

De Social Cities conferentie gaat juist over interessante toepassingen die werken met zowel offline als online sociale netwerken. Dus hoe breng je mensen in stedelijke omgevingen bij elkaar.

ML: Wat maakt Social Cities of Tomorrow uniek als evenement?

Cathy Brickwood (CB): Uniek is dat we allerlei verschillende ontwikkelingen nu onder een paraplu bij elkaar brengen en ook de onderlinge relaties laten zien. Dus thema's als Smart Cities, DIY (do-it-yourself) en Open Data brengen we samen.

We pakken het interdisciplinair aan, dus we denken niet alleen vanuit technologie of stedenbouw, maar vanuit een combinatie van disciplines. We haken daarbij aan bij actuele problemen zoals voedsel en energie, sociaal vermogen, oplopende leeftijd, lege ruimtes, duurzaamheid van de omgeving en watervoorziening.

ML: Wat betekent de conferentie voor makers in de creatieve sector en waarom organiseert Virtueel Platform dit?

4193
Energieapp (screen: energielabelapp.nl)

MdL: De thema's Open Data, DIY Urbanism en Smart Cities zijn nu zeer relevant voor makers, kunstenaars en digitaal creatieven. In alle drie heeft 'sense of place', bewustzijn van de omgeving, een belangrijke positie. Hier kunnen bijvoorbeeld mediakunstenaars aan bijdragen.

In het programma zitten voorbeelden van mediakunstenaars die ervoor zorgen dat met hun projecten burgers meer bij hun buurt betrokken worden. Door deze artistieke aanpak wordt een andere kant van de stad zichtbaar.

Een voorbeeld is het visualiseren van abstracte datastromen. Hiervan kan een mooi en overzichtelijk beeld worden gemaakt, waardoor de cijfers ook voor bewoners gaan leven. Ze krijgen inzicht in hun omgeving.

Kijk bijvoorbeeld naar de Energieapp, een van de winnaars van Apps for Amsterdam. Een leeg statement als 'er zijn onzuinige wijken in de stad' kan door een toepassing als deze inzichtelijk en visueel worden gemaakt op een kaart. De drempel voor toegang tot deze informatie wordt veel lager.

Een tweede voorbeeld is een project van Duncan Speakman, Give Me Back My Broken Night. Dit project probeert op poëtische wijze mensen samen iets laten doen in de vorm van een filmische geluidswandeling.

Mensen beleven in dit voorbeeld samen hun omgeving. Het brengt bewoners, door middel van een artistieke interventie, bij elkaar en laat de stad op een andere manier zien. Dit speelt in op het gevoel van mensen dat het stedelijk leven steeds meer aan het individualiseren is, dat mensen zich met smartphones en hoofdtelefoons juist opsluiten in hun eigen omgeving.

3969
Koppelkiek (foto: Whatsthehubbub)

Koppelkiek van Kars Alfrink (ook Best Practice, red.) is een derde voorbeeld. Deze game heeft simpele regels en is ontworpen om mensen bij elkaar te brengen. Het is niet een spel waarbij je als individu punten verdient, maar je krijgt pas punten als je samen iets doet.

Een van de opdrachten in de game is bijvoorbeeld dat je van jezelf en een medewijkbewoner een foto maakt met een cijfer in beeld, zoals een huisnummer of een nummerbord. Je dwingt mensen hiermee om samen iets geks te doen. De gameplay van Koppelkiek is ontworpen om sociale interactie los te krijgen en je eigen omgeving op een andere manier te bekijken.

CB: Andere voorbeelden zijn Face Your World van Jeanne van Heeswijk en Dennis Kaspori. Voor dit co-creatie project werken zij samen met wijkbewoners, die de taak van stedelijk ontwerper op zich kunnen nemen.

De Bijlmer Euro van Christian Nold is een lokale betaaleenheid. Het doel van zo'n apart betaalmiddel is om bewoners en winkels met elkaar te verbinden.

Onder andere deze twee voorbeelden hebben we gebruikt in Ownership in de Hybride Stad, een publicatie die Virtueel Platform en The Mobile City in aanloop naar de Social Cities conferentie hebben uitgebracht. We behandelen dit onderwerp al langere tijd, zo hebben we in 2011 de expertmeeting Stad_Spel_Data georganiseerd over databeschikbaarheid in de stad. Tijdens de Shanghai World Expo in 2010 hebben we met The Mobile City een internationale groep experts bij elkaar gebracht voor Designing the Hybrid City.

Op de conferentie worden tien andere inspirerende voorbeeldprojecten gepresenteerd, waaronder KoppelKiek en Give Me Back my Broken Night. Op de call die we hiervoor hebben uitgegeven, kwamen meer dan zeventig reacties binnen.

ML: Ik wil nog even terugkomen op het voorbeeld van Koppelkiek. Het concept klinkt goed en de game werkt ook, maar soms blijft participatie bij dit soort toepassingen achter. Minder mensen dan verwacht blijken mee te willen doen aan dit soort projecten. Hoe meet je het succes als lang niet alle mensen uit een stad of buurt ook echt meedoen?

MdL: Je kunt nu nog spreken van een experimenteerfase. En ik denk dat je realistisch moet zijn en constateren dat grote groepen mensen niet ineens zo'n urban game gaan spelen. Waar het volgens mij om gaat is dat er een basislaag van interessante projecten ontstaat in verschillende en steden in Nederland. Andere projecten worden wel op grote schaal aangepakt, maar draaien minder om participatie.

Waar een slag in kan worden gemaakt, is dat gameplay bijvoorbeeld open source wordt

Open data is bijvoorbeeld een initiatief waar veel steden en lokale overheden achter gaan staan, op deze manier vormt zich een kritische massa. Kunstzinnige projecten laten misschien juist zien dat ze niet schaalbaar zijn, ze werken voor een kleine groep en zijn beperkt. In een schouwburg passen ook maximaal 200 mensen, maar die hebben wel een leuke avond gehad.

Hetzelfde geldt voor media-evenementen als een urban game. Ze hebben beperkt bereik, maar misschien is bereik niet het enige criterium voor succes. Waar wel een slag in kan worden gemaakt, is dat de gameplay bijvoorbeeld open source wordt. Op deze manier kan in een andere omgeving verder worden gebouwd aan het concept: Creative Commons Gameplay. Dit soort stappen moeten nog worden gezet.

Share

Tags

Facebook comments