Kennis /

SPRKR: Hoe kun je e-cultuur inzetten voor architectuurprojecten?

achtergrond

Architectenbureau Bogerman-Dill 'Kashuizen' (illustratie: Bogerman-Dill)

— Met SPRKR beantwoordt Virtueel Platform vragen over e-cultuur. Architecturenbureau Bogerman-Dill is benieuwd hoe zij e-cultuur in hun project rond 'kashuizen' kunnen implementeren.

Virtueel Platform SPRKR werd gebeld door architectenbureau Bogerman-Dill. Zij zijn bezig met een plan voor een hele wijk vol 'kashuizen'. Dit zijn huizen die, zoals de naam al verklapt, grotendeels van glas gemaakt zijn. Dit type huis heeft allerlei voordelen: ze zijn licht, duurzaam en door hun modulariteit ook relatief goedkoop.

4464
High Five is een van de eerdere projecten van Bogerman-Dill

Wat er in het plan nog ontbreekt is een e-cultuuraspect. Bogerman-Dill wil e-cultuur graag inzetten voor hun project, en het is ook een vereiste voor de innovatie-aanvragen die het onderzoek moeten bekostigen, maar wat zijn de mogelijkheden?

Omdat Virtueel Platform per 1 januari 2013 fuseert met het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) en Premsela, bood dit alvast een kans om te kijken wat voor spannende ideeën uit de kruisbestuiving tussen architectuur en e-cultuur kunnen onstaan.

Hoe betrek je buurtbewoners en potentiële kopers in het ontwerpproces?

Zodoende zaten we, Tijmen Schep van Virtueel Platform en architectenbureau Bogerman-Dill, diezelfde middag al aan tafel. We bekeken mogelijkheden, goede voorbeelden en relevante samenwerkingspartijen. Zoals bij alle SPRKR vragen maken we die kennis hier graag weer beschikbaar.

E-cultuur? E-cultuur!

De eerste vraag die al snel boven kwam drijven was: wat is e-cultuur eigenlijk? E-cultuur (een afkorting van electronische en recent ook emergente cultuur) onderzoekt onder andere de creatieve en maatschappelijke mogelijkheden van nieuwe technologie.

Neem de pen: daar teken je niet alleen contracten mee, je kunt er ook mee tekenen, of verhalen en manifesten schrijven. Hetzelfde geldt voor veelzijdige technologie als de computer, de mobiele telefoon, GPS of het internet: het biedt allerlei mogelijkheden voor expressie.

3110
Twitterhouse XML is een van de e-cultuur Best Practices

Naast het e-cultuurwerkveld waar veel experiment plaatsvindt, zoals in medialabs en in ateliers van innovatieve kunstenaars, is e-cultuur vooral ook multidisciplinair, zoals in samenwerkingen met architectuur, vormgeving en mode. Meer cijfers en feiten over het e-cultuurveld zijn te vinden in de Sectoranalyse E-cultuur 2011.

De Best Practices die Virtueel Platform uitlicht geven een goed, visueel beeld van wat nu precies e-cultuurprojecten zijn, wat ze doen, en wat hun impact is.

Dus ook E-architectuur?

De mogelijkheden zijn eindeloos! Om het gesprek compact te houden, hebben we ons gericht op de vraag hoe we mensen kunnen betrekken bij de planvormingsfase van het project. Hoe betrek je buurtbewoners en potentiële kopers in het ontwerpproces?

Gelukkig had Virtueel Platform in februari 2012 met The Mobile City de conferentie Social Cities of Tomorrow georganiseerd, over de vraag hoe nieuwe technologie 'ownership' van de stad kan versterken. De bijbehorende gratis downloadbare publicatie bevat veel aanknopingspunten.

Ownership door gaming

De eerste concrete mogelijkheden die we bespraken waren projecten waarin gaming en simulatie een belangrijke rol spelen. Een voorbeeld hiervan is het initiatief The Responsive City (TReC), dat geleid wordt door Ekim Tan. Lees ook het interview van Virtueel Platform met Ekim Tan over het betrekken van mensen bij de stedelijke ruimte.

3707
World of City Craft van TReC (foto: Ekim Tan)

TReC onderzoekt het gebruik van serious games als basis voor stadsplanning en ontwerp. Soortgelijke initiatieven zijn Making Almere, Baas op Zuid in Rotterdam, en ook bedrijven als Grontmij zetten ze in.

Ze kijken door middel van een game bijvoorbeeld welke scenario's het bouwen van een vliegveld zou kunnen leiden. Belanghebbenden kunnen deze game spelen en inzicht krijgen in de verschillende toekomstscenario's. Zo leren de partijen in de veilige omgeving van het spel elkaars standpunten beter begrijpen.

Ownership door software

Een andere mogelijkheid die ter tafel kwam, is het ontwikkelen van (open source) software waarmee het indelen van de ruimte geoptimaliseerd kan worden. Architectuur en software hebben een boeiende gedeelde geschiedenis, zoals bijvoorbeeld op het gebied van 'parametric design': je vertelt een stukje software wat je eisen zijn, en het bedenkt zelf mogelijke oplossingen.

Een voorbeeld is deze software die volautomatisch rekening houdt met van tevoren ingeprogrammeerde randvoorwaarden:

Een ander speels voorbeeld is het werk van Amsterdams collectief Conditional Design:

Het zou spannend zijn om te onderzoeken welke factoren je een rol laat spelen. Er is meer in het leven dan efficiëntie, dus zou je algoritmes kunnen ontwikkelen die optimaliseren voor gezelligheid? Of die rekening houden met hobbies van toekomstige bewoners?

Community development

Tenslotte bespraken we nog twee ideeen. Het eerste is dat het glazen dak, dat over de wijk moet komen te liggen, gezamenlijk eigendom zou kunnen zijn. Het tweede idee is dat allerlei 'klusjes' in de wijk door software en sociale netwerken makkelijker kunnen worden verdeeld onder de mensen, afhankelijk van hun tijd en/of geld.

Klusjes in de wijk kunnen verdeeld worden door middel van software en sociale netwerken

Dat klinkt misschien idealistisch, maar het past heel goed in de nieuwe 'collaborative consumption' systemen die ontwikkeld worden. Deze maken het mogelijk dat (semi-)vreemden elkaar toch kunnen vertrouwen, en van alles veilig kunnen delen.

Neem bijvoorbeeld AirBNB, een website die het makkelijk maakt om je logeerkamer te verhuren aan mensen die hebben bewezen dat ze betrouwbaar zijn. Zouden dat soort systemen in te bouwen zijn in een wijk?

Haken en ogen

Er zitten stevige designvraagstukken aan de vermenging van technologie en stedenbouw. Professor Lawrence Lessig schreef bijvoorbeeld in het boek Code and Other Laws of Cyberspace, dat geprogrammeerde systemen ook inflexibel kunnen zijn ("code is law").

Software is niet neutraal: het reflecteert de normen en waarden van de schrijver van die software. Ook zijn er de problemen die we elke dag op nu.nl tegenkomen, zoals privacy- en veiligheidsvraagstukken. Het lijkt een ver-van-je-bed-show, maar ik raad toch aan om ook de reflecties op deze ontwikkelingen te lezen.

Het artikel Beyond the Smart City van Adam Greenfield is een goed startpunt, en ook Stephen Graham heeft veel (academische) teksten geschreven over mogelijke problemen.

Voorbeelden

Er zijn voldoende Nederlandse e-cultuurorganisaties die zich in deze materie hebben verdiept. Naast eerder genoemde partijen als The Mobile City en TREC, hebben ook Non-Fiction, Vurb, Rotslab, het Geo-fort en Urban Explorers Festival zich in relevante deelgebieden gespecialiseerd.

Ook zijn er enorm veel blogs. Een paar favorieten zijn: Tomorrow's thoughts today, Domus, Network Architecture lab, Themobilecity, myCityLAb, en een leuk toetje: Playground Designs. Maar ga vooral zelf op zoek, er zijn er genoeg.

Vruchtbare grond

In het gesprek bleek ook weer hoeveel overlap er is én zou kunnen zijn tussen architectuur en stedelijke ontwikkeling, en  e-cultuur. Lokale urban screens, sociale netwerken, games, databases, visualisatie, er zijn genoeg vervolgstappen mogelijk. Ik kan haast niet wachten.

Auteur: Tijmen Schep

Contact

Share

Tags

Facebook comments