Kennis /
'Who cares?': Artikel uit het boek 'Dearest Tinkebell'
— Floor van Spaendonck schreef 'Who Cares?', een artikel voor het boek 'Dearest Tinkebell' van Tinkebell. Het boek houdt verzenders van hatemail aan het adres van de kunstenares de spiegel voor door (persoonlijke) informatie te publiceren.
Is het vervelend als je ongevraagd geciteerd wordt in een boek of maakt het eigenlijk niets uit? Het schrijven van een hatelijke of dreigende tekst was blijkbaar geen probleem maar het openbaar maken van het dreigement en de gegevens van de afzenders maakt dat die zich waarschijnlijk toch wat ongemakkelijk gaan voelen. Het tikken van een berichtje achter je thuiscomputer krijgt, afgedrukt en ingebonden, dimensies waar je geen rekening mee hebt gehouden. De anonimiteit waarin je je veilig voelde is opgehouden te bestaan. Je dierenliefde blijkt geen vrijbrief voor wangedrag. En je blijkt net zo kwetsbaar als als het object van je woede.
Behalve het gevoel van onveiligheid is het natuurlijk de vraag of het uitmaakt of je in een boek staat. Op de keper beschouwd is vrijwel niets meer anoniem, geheim of privé. En vrijwel iedereen is zich bewust van deze transparante mediaruimte. Alles wat via welk netwerk dan ook verstuurd wordt is te achterhalen en te taggen. Wie een mailtje verstuurt of per telefoon communiceert is zich ervan bewust dat hij of zij bijdraagt aan die fluide datawolk. Alleen gedachten die je niet uitspreekt maken hier vooralsnog geen onderdeel van uit. En zijn niet te achterhalen. Maar hoe lang nog? En maakt het iets uit?
Toekomstscenario’s, doemdenkers, sci-fi novels en conspiracy theoristen reppen al jaren over de horrorscenario’s die kunnen ontstaan door het ontbreken van privacy in genetwerkte communicatiemiddelen. Mijn nadere kennismaking met de wereld van activisten die de kwetsbaarheid van de informatiemaatschappij bekritiseren en aan de andere kant de zieltjeswinners van de nieuwe mediakerk, dateert pas van 2002. Ik was betrokken bij world-information.org in de Oude Kerk in Amsterdam. Deze reizende tentoonstelling van het Weense Public Netbase toonde een uitgebreid overzicht van alles wat er aan data-projecten bestond en de implicaties die dit voor onze nietsvermoedende maatschappij zou hebben.
Op de website en in de tentoonstelling was er onder meer aandacht voor afluisterpraktijken, informatietaps, de artistieke counterbewegingen die van het herstellen van voormalige Sovjet radar –installaties hun missie maakten en het experimenteren met gen-gewassen in een plantenkas door het Critical Art Ensemble. Ongewenste communicatieruis werd er effectief bestreden door de Nederlandse kunstenaars Elsenaar en Stolk die een apparaat hadden ontwikkeld om alle mobiele communicatie om je heen -en van jezelf- even uit te zette, het zgn. bubble-device. Het apparaat werd helaas verboden. Ik dompelde me onder in deze nieuwe, digitale wereld en kwam er achter dat vrijwel alle actoren in deze kringen dezelfde paradox in zich dragen: er is een ongekende nieuwe technologie die onze levens onomkeerbaar gaat veranderen en dat is enerzijds griezelig en anderzijds de grootste uitdaging waar onze generatie voor staat. Ons maatschappelijke waardenstelsel wordt opgeschud en begrippen als privacy, originaliteit, eigendom, creativiteit krijgen een radicaal andere betekenis. Nu, 7 jaar later, zitten we midden in die Umwertung aller Werte.
Er is op het moment ietsjes meer bewustzijn bij beleidsmakers over datastromen, hoeveelheden gegevens die bewaard worden en de gevoeligheden van software. Het ministerie van Justitie moet zich vaker verantwoorden voor het gebruik van surveillance –camera’s en de hoeveelheid afluistergesprekken maar inconsequent is het beleid nog steeds. Pedofiliejagers mogen niet de gegevens van ex-gedetineerden op het net publiceren maar de videobeelden en foto’s van gezochte misdadigers mogen weer wel. Google mag wel streetviews aanbieden maar niet van herkenbare mensen, bewindslieden mogen wel twitteren maar niet een fotootje van de ministerraad op hun blog zetten. De groei van het medium zorgt er voor dat de behoefte aan regelgeving of net- etiquette toeneemt.
Een poging daartoe is het mediawijsheid programma dat de Nederlandse overheid in 2008 lanceerde en dat als doel heeft om Nederlanders op te voeden in het mediagebruik in de meest brede zin. Het gebrek aan mediawijsheid, kennis en besef van de digitale wereld heeft er ook voor gezorgd dat gebruikers zelf aan de slag gaan, quod erat demonstrandum. Er zijn een aantal opties:
I. Internet afsluiten en opkuisen
Ouders en opvoeders vormen een actieve groep op het net die naast de uitwisseling van pedagogische en didactische tips het adagium hanteren ‘internet is doodeng en dus moeten we het afsluiten voor de jeugd’. Groeperingen die dit verkondigen wijten schietpartijen op scholen aan gameverslaving en de opkomst van nieuwe media, waar we voor het gemak de game-industrie ook maar toe rekenen. In plaats van een goede mediaopvoeding worden hier filters, dus repressie, gehanteerd. De tijd zal het leren; nieuwe media, nieuwe conventies.
II. Internet- grenzeloos
De tactische media-gebruiker staat hier haaks op. Deze groep is verheugd over deze publicatie. Scherp en slim commentaar op de manier waarop de standaardgebruiker onhandig omgaat met het internet is in hun ogen de manier om bewustwording te genereren. Het verkeerd omgaan met het medium kan de vrije communicatie om zeep helpen waar netwerktechnologie op gebaseerd is. Omdat een netwerk zo sterk is als zijn nodes, is de misleide gebruiker de aanleiding van de narigheid. Als iedereen beter wist en een netetiquette hanteert, dan komen we er wel.
Voor beleidsmakers, commerciële partijen en netetiquette schenders zijn er de tongue–in-cheek- acties of hacks die zorgen dat iedereen scherp blijft. Met deze zelfreinigende mechanismen zijn we beter af dan met vele reguleringen en wetten die de vrijheid beperken. Michael Stevenson, promovendus aan de Universiteit van Amsterdam, maakte de Whatever Button om een moment van reflectie te bieden bij alle ‘I agree’ klikmomenten. De plugin maakt pijnlijk duidelijk hoe lastig de gevolgen voor gebruikers van hun online-acties te overzien zijn. Maar deze tip komt te laat voor de zenders van de brieven.
III. Wegwezen!
De afgelopen tijd kwamen er steeds meer mensen achter dat er toch wel erg veel groepen meekijken naar alle zaken die worden gepost op het net. Daarbij groeit ook het bewustzijn over de macht van sociale netwerken en zoekmachines als Google. Voor sommigen is dit zo’n confronterende gedachte dat ze liever verdwijnen van het net of op zijn minst meer zeggenschap en controle willen hebben over de data die ze hebben gepost.
Met de spijtoptanten is er ook de groeiende groep kritische webconsumenten die bijvoorbeeld de terms of agreements in de gaten houden, of de terms of service (TOS). Het sociale netwerk Facebook trachtte begin 2009 met een kleine draai aan de Terms of service de gegevens en data van de gebruikers in beheer te krijgen. Blijkbaar kon men zonder toestemming van de gebruiker de condities veranderen. De acties die tegen de wijzigingen van de TOS van Facebook werden gevoerd, waren succesvol, Facebook draaide de maatregel terug en iedereen was weer even bij de les. Maar uit de actie van Facebook bleek ook hoe kwetsbaar het eigendomsrecht van het materiaal dat we posten op sociale netwerken is.
Dan is het slimmer om jezelf wat anoniemer voort te bewegen: Dan maar geen sociaal netwerk, fotoalbums, blogs en - nog consequenter - niet online bankieren, creditcard- en rfid-vrij bewegen en de anonieme telefoon, de Cryptophone bestellen.
Terwijl er ook partijen zijn die nadenken over eeuwige online houdbaarheid is er ook een tendens om jezelf virtueel om zeep te helpen of op zijn minst de data te zuiveren. In 2009 opende het Rotterdamse kunstcollectief Worm het jaar met een vrolijk nieuwjaarsfeestje de Web 3.0 Suicide night; dive into 2009 with a collective Web2.0 suicide. Op het net circuleren ook diverse adviesteksten hoe jezelf digitaal te verwijderen, geen overbodige luxe, want het is geen makkelijke klus.
Jezelf filteren of afsluiten, grenzeloos participeren met kennis van zaken of wegwezen zijn opties om met de netwerk paradox om te gaan. Maar wie een blik werpt in de toekomst vraagt zich af waar we moeten blijven met die fluide datawolk. Hoe relevant zijn alle communicatie-uitingen over drie jaar? En over 20 jaar?
In ieder geval is de hatemail in dit boekje ontrukt aan het lot dat verreweg de meeste digitale content treft: eindeloos rondzweven op het netwerk, zonder dat er zich ooit iemand om bekommert. Als dat geen paradox is.
Links
Whatever button van Michael Stevenson http://www.whateverbutton.com/
Afsluiten en filteren ; http://www.id-pro.nl/
Tactisch nadenken; http://world-information.org/
Actie tegen facebook; http://www.facebook.com/group.php?sid=a6cdf0abf38c1d67123c77fc196e546c&gid=77069107432
Jezelf isoleren; bubl space, http://www.bublspace.com/
Ontraceerbaar bellen; http://www.cryptophone.nl/
Jezelf verwijderen;http://www.pcmag.com/article2/0%2C2817%2C2342599%2C00.asp
worm-events- http://www.wormweb.nl
Jezelf bewaren; http://www.ikrip.nl