Nieuws /

E-Cultuur in de Basisinfrastructuur 1.0: E-Cultuur leeft meer dan ooit in onze samenleving

— Op 15 mei heeft de Raad voor Cultuur zijn adviezen aan het ministerie van OC&W bekend gemaakt met betrekking tot opname in de basisinfrastructuur 2009-2012 voor het Nederlandse cultuurbeleid. Een overzicht van de adviezen van de Raad voor Cultuur uit de Basisinfrastructuur 1.0 voor e-cultuur.

E-Cultuur als hoofdthema

E-cultuur is een van de hoofdthema's binnen de basisinfrastructuur, zoals ook was vastgelegd in het werkprogramma 2006-2009 van de Raad. Verder wordt e-cultuur door de Raad in de algemene inleiding van het advies omgeschreven als de belangrijkste exponent van artistieke vernieuwing en (cultuur)grensoverschrijdende projecten. Naast Virtueel Platform als beoogd sectorinstituut hebben elf instellingen een subsidieaanvraag in het kader van de basisinfrastructuur ingediend, van de in totaal twaalf instellingen adviseert de Raad voor zeven instellingen positief ten aanzien van een plaats in de basisinfrastructuur 2009-2012.'

Het belang van e-cultuur wordt door de Raad meer dan eens onderstreept in de inleiding van het advies voor de sector e-cultuur. De Raad 'constateert dat e-cultuur meer leeft dan ooit in onze samenleving. ... (De samenleving) maakt dankbaar gebruik van de vruchten van jaren technologisch, artistiek en cultureel onderzoek. Onderzoek dat over de hele wereld heeft plaatsgevonden, met daarin een actieve rol van sommige Nederlandse e-cultuurinstellingen.' Nieuwe media bieden kunstenaars en ontwerpers een heel scala aan nieuwe mogelijkheden voor artistieke expressie en 'Internet en digitale media grijpen fundamenteel in op de manier waarop kunstenaars en cultuurproducenten zich uitdrukken, hoe cultureel erfgoed wordt ontsloten en gepresenteerd, hoe bibliotheken informatie toegankelijk maken, en hoe media mede vormgeven aan nieuws, het publieke debat en de cultuur.' Als gevolg, zo schrijft de Raad, heeft dit 'binnen de sector geleid tot geavanceerde ontwerpprogramma’s, nieuwe uitings- en uitwisselingsvormen en veel sociale en geografische mobiliteit. Er worden nieuwe productiemethoden toegepast, er ontstaan andere economische verhoudingen en andere distributievormen, en er is sprake van toenemende interactiviteit tussen makers, gebruikers en beschouwers.'

Het belang van de instellingen

Nieuwe aanvraag, wel gehonoreerd: Worm
De Raad adviseert het ministerie van OCW om Stichting WORM, gevestigd in Rotterdam, op te nemen in de basisinfrastructuur en de gevraagde subsidie van 300.000 euro toe te kennen. Hiermee is WORM de enige nieuwe e-cultuur partij die een positief advies van de Raad krijgt. De Raad prijst vooral de interdisciplinaire activiteiten en de positie van WORM als ontwikkelplek met veel activiteiten zonder barrières aan de deelname. De focus van WORM ligt dan ook vooral op hands-on praktijken, zoals in het beleidsplan wordt vermeldt en de instelling beschrijft zichzelf als een digitaal en fysiek podium voor experimentele en do-it-yourself kunsten. WORM moet volgens de Raad wel de stap maken naar professionalisering, maar moet daarin, zo adviseert de Raad, wel de passie en inspiratie behouden die het nu heeft.

Nieuwe aanvragen, niet gehonoreerd
De nieuwe aanvragen van All Media, Locomotief (Pavlov Medialab), Z25.org zijn niet gehonoreerd. Deze instellingen krijgen een negatief advies en moeten bij de bestaande fondsen hun aanvragen indienen. All Media zet in het beleidsplan vooral in op de thema's Next Nature en Visual Power, de Raad vindt vooral Next Nature een belangrijk maatschappelijk thema, maar vindt Visual Power te vrijblijvend. Het in Groningen gevestigde Locomotief (Pavlov Medialab) beschrijft zichzelf als een laboratorium waar kunstenaars experimenteren met nieuwe media en de aspecten en effecten daarvan worden onderzocht en verwerkt tot presentaties. De aanvraag wordt door de Raad afgewezen omdat Pavlov op nationaal niveau weinig onderscheidends biedt. Het vanuit Utrecht werkende Z25.org wordt geprezen door de Raad om zijn sympathieke indruk en opensource-principes. De Raad mist bij Z25 vooral nog een geformuleerde visie.

Gevestigde instellingen
Digitaal Erfgoed Nederland, Mediamatic, Submarine Media, V2_Organisatie en Waag Society hebben van de Raad een positief advies gekregen voor de basisinfrastructuur 2009-2012 en waren al opgenomen in het kader van de Cultuurnota 2005-2008. Alleen in het advies voor Waag Society wordt geen groei in de subsidie geadviseerd door de Raad, maar de raadt is desalniettemin positief over de inhoudelijke vragen die Waag Society stelt en voor de verbindende rol die de instellingen speelt op het gebied van onderzoek op het grensvlak van kunst, technologie en samenleving. In het advies van de overige partijen is een substantiële groei te zien die het belang van e-cultuur onderstreept in het advies onderstreept. Mediamatic is goed zichtbaar en is nadrukkelijk publieksgericht in zijn functioneren, zo schrijft de Raad. De instelling is verder niet alleen zichtbaar in de e-cultuursector, maar ook in de samenleving als geheel.

Hoewel de Raad Submarine Channel in gebreke vindt blijven op het gebied van visie en begroting, is de partij een waardevolle aanwinst als het gaat om innovatie op film- en videogebied. Door uitbreiding van de redactie kan Submarine Channel volgens de Raad de groei continueren. V2_Organisatie wordt geprezen om zijn positie in de internationale voorhoede op het gebied van digitale technologie, kunst en e-cultuur. Dit komt onder andere tot uiting in de vorm van het DEAF festival en de Raad vindt dit dan ook een waardevolle activiteit. De Raad bevestigt het belang van Digitaal Erfgoed Nederland als nationaal kenniscentrum voor ICT in de erfgoedsector en vindt dat de instelling een waardevolle bijdrage levert aan de digitalisering van collecties en digitale dienstverlening.

Uit de basisinfrastructuur: STEIM
STEIM, studio voor electro-instrumentale muziek, was wel opgenomen in de Cultuurnota 2005-2008, maar krijgt een negatief advies van de Raad voor Cultuur in de Basisinfrastructuur 1.0. De Raad zet vraagtekens bij de kernactiviteit waar STEIM voor in aanmerking moet komen, namelijk, 'de ontwikkeling of vernieuwing van het betreffende terrein door de begeleiding of de presentatie van talent, de facilitering van experimenten, het uitvoeren van onderzoek of anderszins bijdragen aan verdieping op het betreffende terrein.' De Raad zag dit nog wel in haar advies van 2004, maar nu niet meer: 'Werd in het advies van 2004 nog gesproken van “een belangrijke bijdrage aan e-culturele innovatie”, anno 2008 is de Raad daar in zijn algemeenheid niet meer van overtuigd.' De Raad adviseert het ministerie om STEIM niet op te nemen in de basisinfrastructuur 2009-2012, maar om 'het subsidieverzoek in aanmerking te laten komen voor een behandeling door het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+.'

Relevante partijen uit de brede cultuursector
Verschillende partijen uit de brede cultuursector hebben nauwe banden met de e-cultuursector en participeren of initiëren zelf ook in e-culturele projecten. Stichting De Balie wordt door de Raad omgeschreven als publiek laboratorium en als verbindingsofficier. De stichting biedt 'een platform waar wordt onderzocht en geëxperimenteerd, waar ruimte is voor reflectie en waar diverse disciplines, vraagstukken, publieksgroepen en culturen verbonden worden.' Op e-cultureel gebied merkt de Raad wel op dat de afstemming tussen de verschillende programmaonderdelen misschien effectiever zou kunnen: 'De drie (e-culturele, red.) onderdelen (De Technologische Diepte, Informational Politics en Critical Tool Making) zijn zeker zinvol, maar de onderlinge programmatische samenhang is zwak en de samenhang met de inspanningen op het gebied van mediawijsheid worden weinig expliciet gelegd, terwijl ze er duidelijk zijn.' Desalniettemin heeft De Balie ook op e-cultureel gebied een programmering die, zoals de Raad schetst, 'snel kan reageren op de actualiteit, of het nu is in de vorm van lezingen, een dramaproductie of een andere expressievorm. Mede hierdoor kan de stichting de voorhoedepositie innemen die zij ambieert en die het centrum meerwaarde verschaft.'

Erfgoed Nederland heeft verschillende e-culturele projecten en er is ook samenwerking met Virtueel Platform. Erfgoed Nederland is ontstaan uit een fusie van het Nationaal Contact Monumenten (NCM), de Stichting voor de Nederlandse Archeologie (SNA), de erfgoedkoepel voor de Documentaire informatievoorziening en het archiefwezen (DIVA) en Erfgoed Actueel. Van belang voor e-cultuur is de wil vanuit Erfgoed Nederland om te onderzoeken of er een mogelijkheid is tot samengaan met Digitaal Erfgoed Nederland. Verder is in het beleidsplan van Erfgoed Nederland de programmalijn ‘erfgoed en cultuurparticipatie’ opgenomen, deze richt zich op publieksparticipatie, educatie, culturele diversiteit en e-cultuur: 'Het sectorinstituut wil het denken over deze thema’s binnen de erfgoedsector op een hoger niveau brengen. * Best practices op het gebied van culturele diversiteit, ook internationaal, zullen in een database worden verzameld en beschikbaar gesteld. Verder worden programma’s ontwikkeld die zich richten op vergroting van de deskundigheid van (vrijwilligers)besturen.'

Het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties bedient ook de e-cultuursector, naast de traditionele radio, televisie, regionale omroep en het TAX-videoclipfonds. Specifiek over e-cultuur: 'Wat e-cultuur betreft wil het fonds in zijn beleid aandacht geven aan het verhogen van de artistieke kwaliteit van games en onlineomgevingen. Publieke waarden verdienen volgens het fonds namelijk ook een plaats op internet. Daartoe wil het fonds pilotprojecten opzetten samen met de omroepen, het kunstenveld en onafhankelijke producenten op dit terrein. Het vraagt daarvoor € 700.000 subsidie extra, een bedrag dat het fonds hoopt te ‘matchen’ uit andere bronnen dan de mediabegroting.'

Onderzoeksrichtingen
De Raad merkt op dat we pas aan het begin staan van de ontwikkelingen die in gang worden gezet vanuit e-cultuur: 'Technologie en samenleving ontwikkelen zich verder. Er komt telkens een nieuwe horizon in zicht en er ontstaan nieuwe vragen in de praktijk. Hierdoor blijft de noodzaak van fundamenteel cultureel onderzoek actueel.' Dit onderzoek kan volgens de Raad ingevuld worden door middel van drie soorten onderzoek die 'in het verlengde van elkaar liggen en zich richten op verschillende aspecten van e-cultuur'. Creative research, zowel in het lab als daarbuiten in de samenleving, ziet de Raad als een goede vorm van onderzoek. De drie soorten onderzoek zijn;

  • Vormonderzoek: 'Dit is primair gericht op experimenten met vorm, ofwel de mogelijkheden en onmogelijkheden van het technologische materiaal, waarop het als product wordt gepresenteerd aan een geëigend publiek.'
  • Contextonderzoek: 'Dit bestaat uit het daadwerkelijk volgen van de gang van een product door de handen van verschillende partners, instellingen en gebruikers, gericht op zowel het in kaart brengen als het oplossen van daarbij optredende problemen. Dit onderzoek maakt vaak gebruik van ‘demo’s’, prototypes en kleinschalige toepassingen, die in de praktijk getoetst worden.'
  • Transformatieonderzoek: 'Dit richt zich op de manier waarop e-cultuur daadwerkelijk de dagelijkse praktijk in de samenleving verandert. Het is onderzoek naar resulterende fundamentele veranderingen in de alledaagse praktijk van bestaande instellingen en organisaties, binnen en buiten de cultuursector zelf. Het is elk soort onderzoek dat beoogt het bereik en de implementatie van producten of andere resultaten ruimer te maken dan slechts de demo of de e-cultuursector zelf; het daadwerkelijk transformeren van context.' De Raad benadrukt in haar advies het belang van transformatieonderzoek en constateert dat deze op dit moment ondervertegenwoordigd is in de sector. Voor Virtueel Platform als sectorinstituut ligt hier een belangrijke uitdaging.

Thema's

  • Participatie: Alle partijen zijn hierin actief en gebruiken uiteenlopende middelen: via websites, projecten, festivals en samenwerkingsverbanden wordt participatie bevordert. Zoals vermeldt blijft transformatieonderzoek wel van belang.
  • Excellentie / Talentontwikkeling: Samenwerkingen met opleidingen en talentbegeleiding. Jonge makers worden plekken aangeboden waar ze zich na hun opleiding inhoudelijk kunnen ontwikkelingen.
  • Interculturaliteit: Volgens de Raad laat de aandacht hiervoor te wensen over. Virtueel Platform als sectorinstituut moet hierin als leidende en agenderende partij het voortouw nemen.
  • Internationalisering: Gevestigde instellingen begeven zich in een groot internationaal netwerk waarin een voorname rol wordt gespeeld. De kennis bij de instellingen wordt in het buitenland gewaardeerd.
  • Ondernemerschap: Wat volgens de raad vooral mist is een subsidietitel. Van belang is overleg tussen instellingen, sectorinstituut en ministerie om oplossingen te vinden.

Links
www.raadvoorcultuur.nl

www.v2.nl

www.stimuleringsfonds.nl

www.waag.org
www.mediamatic.net

www.submarinechannel.nl
www.wormweb.nl
www.debalie.nl
www.pavlov.nl

www.erfgoednederland.nl

www.den.nl

www.steim.nl
www.allmedia.nl
www.z25.org

Share

Facebook comments