Kennis /

Ontwerper Dan Hill roept op tot structurele oplossingen voor de stad

interview

Low2No Carbon Living Project (foto: Arup / SITRA)

— Dan Hill is keynotespreker op de Social Cities of Tomorrow conferentie. Wij stellen de ontwerper en urbanist enkele vragen over sociale ontwerpvraagstukken en zijn toekomstvisie van de stad.

​Dan Hill heeft gewerkt als designer en is adjunct professor van de faculteit Architectuur aan de Technische Universiteit van Sydney. Verder schrijft en fotografeert hij voor zijn inspirerende blog City of Sound.

Op dit moment woont en werkt hij in Helsinki, waar hij teamlid is van het Strategisch Design Team van Sitra, het Finse Innovatiefonds. Het doel van dit fonds is om Finland wereldwijd als marktleider op het gebied van duurzaamheid en welzijn te positioneren.

4207
Dan Hill (foto: Ivo Corda)

Dan's werk sluit naadloos aan bij de Social Cities of Tomorrow conferentie. De conferentiedag brengt denkers én doeners op het gebied van stedelijke ontwikkeling, architectuur, digitale media en technologie bij elkaar. Dan is een expert bij uitstek op deze terreinen, alhoewel hij dat zelf een overschatte term vindt. Waarom? Dat lees je in het interview.

VP: Wat zijn je voornaamste taken als leidinggevende op de strategische designafdeling bij Sitra, en welk soort uitdagingen zijn interessant voor het team?

Dan Hill (DH): Ik ben onderdeel van een team van vier designers. Van huis uit ben ik een interactie ontwerper, maar ik heb veel ervaring opgedaan in de wereld van architectuur en stedelijke planning. Voor deze disciplines heb ik meegedacht over het ontwikkelen van diensten en strategieën.

4210
Sitra Finland (foto: logo)

De uitdagingen waar wij ons bij Sitra mee bezighouden zijn zogenaamde 'wicked problems' (grote, bijna onoplosbare problemen, red.) zoals klimaatverandering, vergrijzing en educatie.

Wij focussen ons op situaties in Finland, maar deze problemen zijn grensoverschrijdend. Onze rol is het begrijpen van processen rondom besluitvorming van deze onderwerpen. We leren de verschillende partijen en culturen kennen die zich ermee bezighouden, en we ontwikkelen nieuwe methodes waardoor gedeelde besluitvorming mogelijk wordt.

VP: Bij Sitra onderzoeken jullie de mogelijkheden waarop vormgeving een systematische verandering mogelijk kan maken. Wat bedoelen jullie met systematisch?

DH: Doe geen eenmalige acties meer! Hoewel het natuurlijk goed kan werken om aandacht te trekken voor bepaalde problemen door middel van een interventie, installatie of evenement is het effect tijdelijk, weinig duurzaam en verandert het niks aan het systeem.

Daarom zijn we juist geïnteresseerd in de systemen waarin we onze levens leiden zoals cultuur, beleid, wetgeving, handel, nationale identiteit, enzovoort. Hierin zien we de ontwerpuitdaging om systematische verandering mogelijk te maken.

Een voorbeeld. We werken nu aan een project waarbij een mix van houtproducten wordt gebruikt om panden te bouwen. Dit is uniek voor Finse begrippen, omdat wetgeving uit de negentiende eeuw de bouw van houten gebouw verbiedt.

4211
Model van het nieuwe SITRA hoofdgebouw dat ook zal bestaan uit de houtmix (bron: Low2No Blog / Arup)

Zo'n pand had nooit een enkele keer gebouwd kunnen worden, omdat hiervoor uitzonderingen moeten worden gemaakt en wetswijzigingen doorgevoerd. Door de unieke positie van Sitra hebben wij bouwvoorschriften kunnen doorvoeren die het mogelijk maken om houten gebouwen te ontwikkelen.

Andere partijen kunnen door deze systematische verandering nu ook houten gebouwen ontwikkelen. Er heeft een verandering plaatsgevonden in de bouwsector, doordat we binnen het systeem verandering hebben aangebracht.

VP: Tijdens de Social Cities of Tomorrow conferentie proberen we een brug te slaan tussen verschillende disciplines die zich bezigehouden met stedelijk ontwerp. Kun je, als expert die werkzaam is in een multidisciplinair veld, een paar handzame 'do's en don'ts' noemen om in ons achterhoofd te houden.

DH: In de basis zijn eigenlijk alle stedelijke problemen multidisciplinair, je zou zelfs kunnen zeggen dat dit altijd zo geweest is. Geen enkele discipline kan een probleem zelfstandig oplossen, en ook geen discipline moet daarin leidend willen zijn.

De basisbeginselen van samenwerking – respect, openheid, luisteren, schetsen op een ‘open manier’, ideeën teruggeven maar niet blokkeren, altijd blijven leren - zijn van groot belang. Ze lijken vanzelfsprekend, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.

De toegevoegde waarde van de ontwerper zit voornamelijk in het zien waar dingen in essentie over gaan

Het gebeurt namelijk vaak genoeg dat expertise een enkele disicpline overheerst. Ik heb het idee dat, vooral nu, oplossingen te vinden zijn op de punten waar disciplines en domeinen elkaar kruisen. De goede houding is openheid zodat je constant kunt leren.

Dit is juist de kracht van de ontwerper. Ze zijn namelijk vaak geen expert in een specifiek onderwerp, dus ze moeten constant leren, aanpassen en samenvatten om een beeld te vormen. Dat is hun toegevoegde waarde. Natuurlijk ontwikkel je als vormgever na een tijd een diepere kennis over een bepaald onderwerp of aandachtsgebied, maar de toegevoegde waarde van de ontwerper zit voornamelijk in het zien waar dingen in essentie over gaan.

VP: Op je weblog City of Sound heb je twee toekomstscenario’s gepost, waarin je stelt dat we de straat als platform kunnen zien. De eerste variant is het 'locked down street scenario', waarbij je kunt denken aan een straat uit de film Minority Report waar de hoofdrolspeler overspoeld wordt met gerichte reclame. De tweede is het 'open source street scenario', waar de straat een open speelveld is voor wie er ook maar iets aan toe wil voegen. Hoe kijk je nu tegen deze visies aan en welke ontwikkelingen zijn er geweest?

DH: De blogpost ging eigenlijk meer over het idee dat deze twee visies allebei van toepassing zijn op de huidige situatie, ze vinden allebei tegelijk plaats! Er zijn weinig ontwikkelingen geweest die er echt toe doen op dit gebied. Voor ICT-bedrijven en steden is het vaak toch te groot, te ingewikkeld, te riskant, en soms gewoonweg te duur.

Daarentegen is er wel heel veel ontwikkeling geweest in de technologie die consumenten gebruiken. Het huidige ecosysteem is dus zeer versplinterd en toont aan dat systemen voor stedelijke omgevingen eigenlijk altijd gefragmenteerd zijn. Er zijn grote kansen voor mensen die weten hoe ze zulke zaken kunnen samenvoegen tot een stedelijk systeem, maar de uiteindelijke beloning is onduidelijk.

Er worden nu heel veel kleine stapjes vooruitgezet, maar in veel verschillende richtingen en op een willekeurige manier. Hier zie je eigenlijk wat aan de hand is bij veel westerse modellen voor stedelijk beleid.

VP: Wat hoop je dat de conferentie zal brengen? En kun je een van de uitkomsten noemen waar je op hoopt?

DH: Ik hoop een verscheidenheid aan opvattingen te zien. Zoals ik eerder al aangaf: de toegevoegde waarde zit niet in het bijeenbrengen van een hoop dezelfde mensen – de interessante ontwikkelingen bevinden zich op het snijvlak.

Ik hoop ook dat er weinig gedacht en gepraat wordt puur vanuit technologie, zoals materiële objecten of code. Belangrijk is dat we kunnen praten over cultuur, politiek verschillende waarden die er zijn, of zouden kunnen zijn. Oftewel, het menselijke aspect.

4209
Dan Hill (foto: Aleksi Aaltonen)

VP: Tot slot. Hoe zou de sociale stad van de toekomst eruit moeten zien? Kun je ons drie steekwoorden geven en uitleggen waarom je deze heb gekozen.

DH: Niemand weet hoe het zal gaan lopen, maar je kunt beter een prototype maken en nu iets ontwikkelen, dan afwachten wat er gaat gebeuren. Met dit in mijn achterhoofd kies ik voor.

1. De Burger (Civic)
Er is nu een onbedoelde drang om individualiserende sociale technologieën te ontwikkelen. Dit komt voort uit onwetendheid. Ik heb het dan over (sociale) netwerken, feedback loops en interactiemodellen die gericht zijn op het individu. Ze zien het individu niet als onderdeel van een gemeenschap of buurt.

Daarom is het van belang om de relaties van de burger te doorgronden en te onderzoeken. Hoe leven mensen, hoe werken ze, hoe spelen ze samen en op welke manieren zijn individuele patronen onderdeel van een groter systeem?

2. Burgerschap (Civics)
Hier bedoel ik het sociale contract mee. Dit definieert de relatie tussen het individu, de overheid en de maatschappij. Nogmaals, de onderliggende belemmering in de huidige westerse politiek van de afgelopen jaar heeft ervoor gezorgd dat dit contract versplinterd en gefragmenteerd is.

We zullen moeten zoeken naar alternatieven die fundamenteel iets veranderen

Het is eigenlijk ironisch dat we juist nu dit contract, meer dan ooit, nodig hebben door de uitdagingen die we tegemoet gaan. We moeten dit dus opnemen in de beginselen van een ‘sociale stad’.

Dit betekent ook dat we overheidsbeleid moeten heroverwegen, met technologie en cultuur in het achterhoofd. We krijgen dus niet 'overheid 2.0', oftewel overheid 1.0 in een web 2.0 jasje, maar we zullen moeten zoeken naar alternatieven die fundamenteel iets veranderen.

3. Burgers (Citizens)
Tot slot is het van groot belang dat vormgeving en uitvoering gebeuren vanuit de burger zelf. De burger zelf staat centraal, maar is dus niet in zichzelf gekeerd zoals ik aangaf in eerdere voorbeelden.

De uitdaging voor overheden is om zichzelf zo neer te zetten dat ze veel kunnen betekenen en van groot belang zijn voor burgers, netwerken van burgers, en gemeenschappen. In dit proces moeten relaties tussen burgers gesterkt worden en moet men ervoor zorgen dat lokale beslissingen worden meegenomen in het grotere geheel.

Interview: Margot van der Kroon

Share

Gerelateerde thema's

Interessante ontwikkelingen die organisatiebreed worden behandeld.

Tags

Facebook comments