Kennis /
Ekim Tan: Betrek mensen bij het maken van stedelijke ruimte
— Met urban-design game World of Citycraft worden bewoners weer betrokken bij hun wijk. Architecte en urbaniste Ekim Tan over participatie en architectuur.
Architecte en urbaniste Ekim, geboren in Istanbul, ontwikkelt een nieuw model van stedelijk ontwerpen: met behulp van een interactieve game, World of Citycraft genaamd, bouwen deelnemers gezamenlijk aan stedelijke ruimte die tot nog toe altijd het product was van eenzelvige architecten.
Tan studeerde Architectuur in Ankara en belandde via een omweg in Delft, waar ze de onderzoeksmaster Urban Design volgde. Toen de Technische Universiteit Delft haar vroeg om te promoveren, verdiepte ze zich in netwerken van voetpaden in middelgrote Europese steden.
Tan begon na te denken over de rol van architecten en stedelijke ontwerpers in het proces van stedelijke planning. Traditioneel gebeurt dat op een top-down-manier: architecten maken plannen en ingenieurs ‘regisseren’ het bouwproces. Maar hoe kan in de afwezigheid van de overheid of van een infrastructuur een stad worden gebouwd, onderhouden of gerestaureerd? Wat voor rol kunnen bewoners spelen? (bottom-up).Ekim Tan legt haar project –snel sprekend in een rumoerig café- uitvoerig uit.
Voor
je promotieonderzoek vergelijk je geïmproviseerde nieuwe steden,
zoals het Turkse Gulensu, met geplande steden, zoals Almere-Haven.
Welke verschillen heb je ontdekt tussen top-down planning en
bottom-up ontwikkeling?
Als een
reactie op de functionalistische stedenbouw uit de jaren vijftig en
zestig (zoals de Bijlmermeer) werden tuinsteden zoals Almere-Haven
ontworpen met geïsoleerde transportnetwerken voor voetgangers,
fietsers, auto’s en bussen.
Tegenwoordig geloven we juist in gedeelde ruimte.
Maar een top-down-plaats als Almere-Haven is onmogelijk aan te passen wanneer ideeën over stedenbouw veranderen. Tegenwoordig geloven we juist in gedeelde ruimte, waarin fietspaden, voetpaden en autowegen in elkaar overgaan. De manier waarop Almere-Haven is ontworpen voldoet niet meer aan huidige ideeën over een goed georganiseerde stad.
- World of City Craft (foto: Ekim Tan)
Zo heb je in Almere-Haven afzonderlijke busbanen die 99 procent van de tijd niet worden gebruikt. Al die idealistische modellen van ontwerpers kunnen mislukken en er is geen mogelijkheid om ze aan te passen. Plaatsen die vanzelf tot stand zijn gekomen, zoals Gulensu, kunnen zich makkelijker aanpassen aan nieuwe opvattingen over stedenbouw, want er is geen overkoepelend idee over hoe het er allemaal uit moet zien.
Problemen doen zich voor ter plaatse en mensen reageren er onmiddellijk op. Er is geen externe instantie die de problemen voor de inwoners oplost. Aan de andere kant is er geen georganiseerde publieke ruimte. Mensen volgen hun eigenbelang en respecteren anderen, maar het collectieve denken dat wel aanwezig is in Almere, ontbreekt.
Omdat ik mijn lichaam beter ken dan de dokter en ik kennis heb, kan ik met haar meedenken.
Je
schrijft dat de tijd van Le Corbusier voorbij is en dat het tijd is
voor ‘human-driven-citymaking’. Waarom ben je eigenlijk bezig met
het ontwikkelen van een nieuwe manier van het ontwerpen van
stedelijke ruimte?
Kennis
is de laatste tijd veel toegankelijker geworden. Wanneer ik
bijvoorbeeld een probleem heb met mijn gezondheid, zoek ik eerst wat
informatie op internet en daarna ga ik pas naar de dokter. Omdat ik
mijn lichaam beter ken dan de dokter en ik kennis heb, kan ik met
haar meedenken.
Dat geldt ook voor het beroep van architect. Inwoners en toekomstige bewoners zijn veel beter geïnformeerd dan vroeger en ze weten beter wat ze willen. Dat moet ook betrokken worden in het proces. Bovendien is er door top-down-planning te veel gebouwd. Vijftien procent van de kantoorruimte in Nederland staat leeg doordat de afstand tussen architecten en bedrijven te groot is. Architecten ontwerpen hun plan op de tekentafel en weten niet wie er in het gebouw gaat zitten.
Wat
zijn de voordelen van de nieuwe manier van city-planning?
Mensen
kijken naar hun woongedrag als een ‘wooncarrière’. Je koopt een
huis en als je dat slim genoeg doet, verkoop je hem met winst en koop
je het volgende huis. Het draait niet om de relatie met de ruimte of
de omgeving waarin ze leven maar om waarde, geld. Als je mensen meer
betrekt bij het maken van de stedelijke ruimte, zullen ze op een
duurzamere manier ernaar gaan kijken. Ze zullen hun huis niet meteen
gaan verkopen, maar het nalaten aan hun nageslacht. Dat zorgt weer
voor sociale cohesie.
Zo voorkom je mogelijke sociale problemen in de toekomst. De verantwoordelijkheid daarvoor moet meer komen te liggen bij de inwoners, want de laatste decennia zorgde de overheid overal voor, maar dat gaat veranderen. Gezien de recente economische ontwikkelingen is het niet ondenkbaar dat de welvaartsstaat langzamerhand gaat verdwijnen. Hoe gaan we daar dan mee om?
Als je mensen meer betrekt bij het maken van de stedelijke ruimte, zullen ze op een duurzamere manier ernaar gaan kijken.
In het land waar ik vandaan kom, Turkije, heeft de overheid zich nooit veel met de burgers bemoeid. De familieleden zorgen voor de zieken en daardoor zijn er niet zoveel verplegers nodig. Wanneer je mensen dus meer verantwoordelijkheid geeft, gaan ze zelf zorgen voor hun woon- en leefruimte.
- World of City Craft (foto: Ekim Tan)
Met
World of Citycraft, je nieuwste project, ben je nu betrokken bij een
bouwproject in Amsterdam-Noord. Waarom heb je voor Noord gekozen?
Toen we
die subsidie kregen van Stichting Doen konden we een model
ontwikkelen, maar we wisten nog niet waar in Nederland we het gingen
toepassen. We keken naar krimpgebieden zoals Zuid-Limburg en naar
zogenaamde Krachtwijken, ook wel Vogelaarwijken genoemd. Die vonden
we interessant omdat er een noodzaak was voor participatie van
inwoners om de wijk weer aantrekkelijk te maken. We werden vervolgens
benaderd door Chris Keulemans, directeur van de Tolhuistuin, die onze
game in Istanbul had gezien.
Hij vroeg of wij onze game wilden toepassen bij de ontwikkeling van het voormalige Shell-terrein ‘Overhoeks’, een bouwproject aan het IJ dat stil is komen te liggen door de financiële crisis. Wij maken geen bestemmingsplan voor ‘Overhoeks’, maar registreren systematisch ideeën van ondernemers, inwoners van Noord en andere betrokkenen. Op basis van die ideeën ontwikkelen we modellen voor de realisatie van Overhoeks.
Hoe
ziet de game eruit?
De
niet-digitale game is als een urban-design-game. Het is een
driedimensionaal model van het gebied, waar Overhoeks leeg is en waar
deelnemers kunnen onderhandelen over eenheden. Van 23 tot en met 25
september zullen onder meer de inwoners van Kop van Noord, de
wethouder van Amsterdam en de directeur van de woningbouwcorporatie
Ymere het spel met elkaar spelen op het terrein van Overhoeks.
‘Dus je gaat een spel maken dat de realiteit gaat beïnvloeden?’
De digitale versie zijn we nog aan het ontwikkelen, maar die heeft andere principes: visualisatie van persoonlijke gegevens die betrekking hebben op de stad en het in contact brengen van deelnemers met stadsambtenaren via leader boards. Het voordeel van de digitale versie is dat er veel meer mensen kunnen meespelen.
Je
wilt officieel beleid beïnvloeden met de data die je met deze game
verzamelt. Staan architecten en andere stedelijke planners daar wel
voor open?
Toen we
voor het eerst met de wethouder over de game spraken, was hij heel
kritisch. Hij vond het maar flauwekul om een spel te spelen. Maar aan
het einde van het gesprek vroeg hij: ‘Dus je gaat een spel maken
dat de realiteit gaat beïnvloeden?’. Onze game brengt mensen bij
elkaar die anders alleen met hun eigen zaken bezig zijn. Die
communicatie is van groot belang en dat realiseerde zich ook de
wethouder.
Voor architecten is het soms bedreigend omdat ze het ontwerpen ‘weggeven’ aan niet-ontwerpers. Maar wij denken juist dat het ontwerpen interessanter en uitdagender maakt: hoe verwerk je input van niet-architecten in je plan? De game kan ze daarbij helpen.
Auteur: Thomas van Lier
Share
Gerelateerde thema's
Interessante ontwikkelingen die organisatiebreed worden behandeld.