Kennis /

HOT100 2010 bijten zich vast in zeven e-cultuurcases

achtergrond

Panorama HOT100 2010 (foto: Virtueel Platform)

— Welke frisse ideeen bedenken de HOT100 meest getalenteerde e-cultuurstudenten van 2010 voor de cases van o.a. NRC, Philips en NIMk?

​De Virtueel Platform HOT100 gaan tijdens PICNIC aan de slag met een van de volgende zeven cases gepresenteerd door dagblad NRC, NIMk, NL Architects, Philips, Gemeente Eindhoven, Westergasfabriek, Nederlands Uitburo en anderen.

Case 1: Distributie van nieuwe mediakunst: hoe dit op een creatieve manier aan te pakken !?!?Case eigenaren: Sandra Fouconnier van NIMk, gesteund door Margreet Riphagen (HvA) and Maarten Brinkerink (Beeld & Geluid) van het onderzoekprogramma Culture Vortex.

Het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk) beheert een uitgebreide collectie mediakunst – met name single-channel videokunst en video-installaties, daterend van de vroege jaren 1970 tot heden, deels van Nederlandse, deels van internationale kunstenaars.

NIMk presenteert en ondersteunt al jaren ook 'andere' vormen van mediakunst, namelijk netkunst, werken gebaseerd op software en hardware, interactieve installaties e.d., en wil deze soorten werk in haar collectie opnemen.

Het NIMk beheert niet alleen deze collectie, maar is ook distributeur:  videowerken in de collectie te huur zijn voor professionele vertoning. Van de inkomsten gaat 30% naar het NIMk zelf, 70% naar de kunstenaars (in de vorm van royalties). 

Distributie, in deze 'klassieke' vorm, is moeilijk te vertalen naar nieuwe mediakunst, onder meer om de volgende redenen:

  • netkunst (online kunstwerken) en nieuwe media installaties zijn vaak context- en site-specifiek;
  • netkunst is vrij toegankelijk voor publiek buiten de traditionele tentoonstellingsruimtes, daarom is het moeilijk voor presentaties geld te genereren;
  • ze zijn meestal complex en tijdrovend qua handling, promotie en bemiddeling;
  • in steeds meer gevallen neemt de kunstenaar zelf de distributie van zijn/haar werk ter hand, en zoeken curatoren rechtstreeks de kunstenaar op (dit is ook het geval bij videokunst).

NIMk's prangend probleem: welke meerwaarde kan het NIMk hier blijven bieden? De concrete vraag aan de HOT100's luidt:  in welke vorm kan NIMk met nieuwe mediakunst in de toekomst structureel aan bemiddeling en distributie blijven doen, en hierbij inkomsten blijven genereren voor de kunstenaars en het instituut?

Case 2: Scenario's voor culturele events op de pleinen van het Groninger Forum gebouw
Case houders: NL Architects

Het Groninger Forum ambieert het culturele mediagebouw van de toekomst te worden. Gesitueerd in het centrum van Groningen combineert het gebouw diverse culturele instituten als de Openbare Bibliotheek, het Groninger Museum, de Groninger Archieven en het filmhuis Images. Het Forum wil geen cultuurbedrijfsverzamelgebouw zijn. De helft van het gebouw is ongeprogrammeerd in de vorm van zogenaamde pleinen. Naast onder meer bioscoopzalen, tentoonstellingsruimten en een vlakke vloer zaal biedt het gebouw een verticaal landschap van open(bare), vrij indeelbare vloeren waar een synergie kan ontstaan tussen de verschillende media en organisaties van binnen en buiten het gebouw. Het Groninger Forum functioneert al als culturele organisatie; het gebouw wordt echter pas in 2016 opgeleverd en in gebruik genomen.

NL Architects, de architecten van het Groninger Forum, vragen de deelnemers van de HOT100 om aan de hand van een accuraat  3D game level van het gebouw, toekomstige gebruikscenario's voor de pleinen te ontwikkelen en waar mogelijk ervaarbaar te maken. Uitgangspunt hierbij is de mogelijke synergie tussen de diverse culturele organisaties en/of (nieuwe) mediavormen, en manieren waarop deze een fysieke weerspiegeling kunnen krijgen op de pleinen in het gebouw. 

Wat maakt het Groninger Forum tot het cultuurgebouw van de toekomst?

Case 3: De toekomst van de krantenillustratieCase houders: Paula van Akkeren, manager beeldredactie van NRC Handelsblad en Nanette Hoogslag, illustrator, curator en PhD onderzoeker met betrekking tot nieuwe rollen van beeld in de journalistiek.

De NRC is bekend om het gebruik van kwaliteitsbeelden in de dagkrant , bijlagen  en het weekblad.  Maar de wereld van de krant is in flux. De tradities in vorm en gebruik die zijn opgebouwd binnen de gedrukte krant moeten zich nu een weg vinden in de digitale media.  Als je op dit moment op het web kijkt zie je hoe gezocht wordt vanuit de vertrouwde vormen, naar nieuwe verwachtingen en mogelijkheden. Ook het beeldgebruik is aan veranderingen onderhevig en hoewel bijvoorbeeld een mediavorm als video is toegevoegd, valt het op dat het beeld element nog lang niet optimaal wordt ingezet.

Illustratie, van oudsher onderdeel van de krant, zowel de politieke cartoon als de illustraties bij artikelen, is bijna geheel afwezig, terwijl het toch een belangrijke functie vervult. Wat in tekst niet uitgesproken kan worden, kan een illustratie haarscherp laten zien. Het geeft een alternatief ‘visueel’ inzicht in een onderwerp, wat tegelijk kan verdiepen, informeren en aantrekken.

NRC vraagt zich af hoe in de online editie het geïllustreerde beeld eruit zou kunnen zien en vraagt aan de HOT100: Welke mogelijkheden geeft de digitale technologie aan de kranten illustratie  in de creatie, in vorm en interactie, als de illustratie niet meer beperkt wordt door de randen van het papier en de deadline van de drukker. Aan welke vormen zouden we kunnen denken en wat zou dat betekenen voor de context, vormgeving en relatie met het publiek? 

Case 4: Eindhoven Strijp-S - een test omgeving voor het ontwikkelen van openbare verlichtings ervaringen
Case houders:  Rik van Stiphout - programma manager verlichting van de stad Eindhoven en Lorna Goulden, creative director van de Innovation Design afdeling van Philips Design.

Strijp-S een voormalige industriele zone van ruim een halve hectare, is in de voorbereidende fase om getransformeerd te worden tot een nieuw centrum voor creatieve industrie in het hart van de stad Eindhoven. Een fundamenteel deel van deze tranformatie wordt de unieke manier waarop verlichting wordt toegepast om stedelijk leven te beïnvloeden. Het is een logische ambitie voor de gemeenteraad dat de plannen voor nieuwe straatverlichting sterk innovatief zijn, en dat ze een dynamische, interactieve en inspirerende ervaring vormen voor bewoners en bezoekers van Eindhoven. Strijp-S wil (ondermeer)  test-omgeving zijn voor de ontwikkeling van innovaties op het gebied van stedelijke verlichting. 

Belangrijke vereiste van zo'n test omgeving is het vermogen om de betekenis te bepalen van de reacties van het publiek  op de innovaties en de ervaringen die ze opleveren. Hoe kunnen design en technologie worden ingezet om te leren over het effect en succes van innovaties in verlichting in de stedelijke omgeving ? Hoe kunnen we ons intelligent verhouden tot gebruikers van de openbare ruimte, op een intuitieve en inspirerende manier ?

In deze workshop ontwikkelen de HOT100's concepten voor het inbedden van interfaces in de stedelijke omgeving, en verkennen ze ideeën om stedelingen te motiveren tot interactie en deelname. 

Case 5: SETUP - medialab voor kennisdeling
Case eigenaar: Tijmen Schep en Levien Nordeman (beide van SetUP Utrecht)

In veel steden zijn in de vorige decennia medialabs onstaan: plaatsen als De Waag en V2_ waar culturele mogelijkheden en bredere maatschappelijke vragen rondom nieuwe media worden uitgepluisd.

SETUP ontstond toen een aantal Utrecht culturele nerds het na hun studies tijd vonden voor een soortgelijke plek in Utrecht, maar dan anders. 

De initiatoren van SETUP vonden namelijk dat er al zo veel partijen (bedrijven, scholen, festivals, kunstenaars, etc) nieuwe kennis aan het ontwikkelen zijn, dat wij ons liever focussen op het inzichtelijk maken, contextualiseren en verspreiden van wat zij allemaal ontdekken. SETUP wil dus  een lab zijn voor kennisdeling, in plaats van voor kennisproductie.

In april starte SETUP met een pilot project. Een belangrijk aspect was crowdsourcing: iedereen kon online een voorstel voor een evenement doen. Musea, bedrijven, kunstenaars, studenten, gaven in drie maanden lang verspreid over 60 events in verschillende vormen kennis bij ons door. De pilot is nu voorbij, en we beraden ons op de meer permanente vorm waarin we SETUP willen gieten.  

Daarom vragen we de HOT100 om met ons mee te denken over de nieuwe vormen waarin de 'born digital' generatie ruimte creëert voor zichzelf. Welke vormen van kennisdeling  zouden jullie vanuit je eigen behoeften graag zien? Welke processen, ruimtes, instrumenten of andere middelen zijn daarbij wel en niet nodig?  In deze workshops ontwerp je  een laboratorium voor kennisdeling, met jezelf als doelgroep. 

Case 6: Scenario's voor nieuwe augmented park ervaringen - Cultuurpark Westergasfabriek
Case eigenaar: Pol Eggermont, Cultuurpark Westergasfabriek

Cultuurpark Westergasfabriek, een voormalige gasfabriek, beslaat nu 16 industriële monumenten op 14 ha grond, is een van de grootste centra voor cultuur, creatieve industrie en evenementen in Amsterdam. Een modern stedelijk park dat natuur, ruimte om te werken., ruimte voor grote en kleine evenementen combineert met een een divers aanbod aan voedsel, film, theater en tentoonstellingsruimtes. 

Sinds de opening in 2003, is het voor de Westergasfabriek een belangrijke vraag geweest hoe digitale technologie de ervaring en mogelijkheden van het park kan vegroten en verrijken. De vraag leidde tot de start van Urban Park Laboratories. In dit programma worden verschillende manieren onderzocht en gerealiseerd waarop digitale technologieên het delen van cultuur en kennis in relatie tot het Park mogelijk maken.

UpLabs is het de permanente preoftuin van het Park - een proeftuin voor innovatieve projecten of evenementen over cultuur, sport en natuur. De eerste projecten werden gelanceerd in april 2010. Acht urban touchscreens, de Tijdkijker, (een augmented reality machine) de Verhalen Put (een orale geschiedenis installatie) 10 GPS wandelingen ( gestitueerde documentaires, fictie verhalen, en games) en de QR Park lezer, met toegevoegde historische informatie verbonden aan QR codes in emaillen plaatjes verspreid door het park. 

Bij de ontwikkeling en de realisatie van UpLabs, werkt Westergasfabriek samen met bedrijven, overheid en culturele en kennis instellingen. Ook de bezoekers spelen een belangrijke rol: veel projecten groeien (deels) door hun bijdragen. Zowel virtuele als fysieke bezoekers zijn  de van het Cultuurpark Westergasfabriek - een 21ste eeuws stedelijk park. 

Vraag: UPLabs vraagt de HOT100 om concepten te ontwerpen voor park ervaringen voor fysieke bezoekers van het Cultuurpark Westergasfabriek, waarin combinaties gemaakt worden tussen de plaatselijke  karakteristieken van het park , geintegreerd met de mogelijkheden van huidige of opkomende  digitale technologieën. 

Case 7: Profielgericht cultuuraanbod voor buitenlandse toeristen
Case eigenaar: Kim Nanne (Arts Holland) en Margot Gerene van Uitburo

Arts Holland is een initiatief  om de positie van kunst en cultuur in de Randstad te versterken - het is een samenwerking tussen cultuur en toerisme, tussen steden en tussen regio’s,  tussen city- en cultuurmarketing. 

Arts Holland helpt de toerist tot een goede selectie van cultuur te komen.  Binnen Arts Holland  zullen de sectoren toerisme, cultuur en technologie, vertegenwoordigd door respectievelijk Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC), Nederlands Uitburo (NUB) en Waag Society daarom nauw samenwerken. 

Het aanbod van kunst en cultuur in Nederland, en met name de Randstad, is enorm. Voor de buitenlandse toerist liggen, op één uur reizen vanaf Schiphol, meer dan vijfhonderd musea binnen handbereik; een unieke situatie in de wereld. Toch blijft deze toerist vaak steken bij de geijkte musea, (Van Gogh, Rijksmuseum...)  klompen en molens. De meeste musea, festivals en podia trekken nagenoeg geen buitenlands publiek; een gemiste kans.  

Waar de gemiddelde Nederlander moeite heeft met het selecteren van een cultureel uitstapje uit een veelheid van mogelijkheden,  geldt dat voor de toerist in het kwadraat.  De belangrijkste vernieuwing die Arts Holland biedt, dat zij nadrukkelijk uitgaat van  de vraag, wat minder gebruikelijk is dan men zou verwachten.

Arts Holland zet de bestaande culturele data in om de buitenlandse toerist beter te bedienen en aan diens persoonlijke wensen tegemoet te komen. 

Hoe kan deze culturele informatie het beste worden ontsloten en toegepast ? De internationale toerist zal de Arts Holland site maximaal één tot twee maal bezoeken en aan de hand van deze informatie een keuze maken. Maar hoe verleiden en benaderen we deze (site)bezoekers en houden we rekeningen met hun voorkeuren en interesses en bieden we dat aan wat juist voor hen aantrekkelijk is? 

Samenvattend: Hoe kan Arts Holland culturele informatie profielgericht aanbieden aan haar internationale bezoekers? 

Share

Tags

Facebook comments