Kennis /
Loic Tallon over de opkomst van mobiele technologie voor musea
— De opkomst van mobiele technologie in het museum heeft voor nieuwe bezoekerservaringen gezorgd. Expert Loic Tallon dook tijdens zijn presentatie bij Smart Erfgoed in de historie van mobiele technologie in het museum.
Al sinds 1952, toen het Stedelijk Museum de eerste audioguide introduceerde, maken musea gebruik van mobiele technologieën om bezoekers informatie te verschaffen over wat er zoal te zien en te beleven is in de musea. Sinds 1995 zijn de mogelijkheden van mobiele technologieën echter veel groter geworden, hoewel veel musea nog niet goed weten wat ze ermee moeten en kunnen doen.
We have to look for audiences we are not serving
Tijdens Smart Erfgoed, een driedaagse workshop voor professionals uit de erfgoedsector, presenteerde Museum Mobile specialist Loic Tallon (G.B.) zijn ideeën over het gebruik van mobiele technologieën in de museum- en galeriewereld. Smart Erfgoed werd dit jaar voor het eerst georganiseerd door Waag Society en Stichting Mediagilde. Loic Tallon's verblijf werd mogelijk gemaakt door het Bezoekersprogramma van Virtueel Platform (foto boven: Frank Kresin / Waag Society).
Target audiences voor musea
Dat er nieuwe mogelijkheden zijn op het gebied van mobiele technologie, wil niet zeggen dat je er ook gebruik van moet maken. Tallon benadrukt dat musea moeten weten wat ze met de applicaties willen doen en dat ze een target audience voor ogen moeten hebben. Het richtpubliek bestaat niet uit de bestaande museumbezoekers, want die gaan al naar het museum en zijn bovendien weinig vertrouwd met mobiele technologieën en digitale media. ‘We have to look for audiences we are not serving,’ zegt Tallon na zijn presentatie.
- Audiotour Stedelijk 1952 (foto bron: Archimuse)
Voordat Tallon zijn reeks voorbeelden van goede hedendaagse mobiele applicaties in de erfgoedsector laat zien, duikt hij in de geschiedenis van de mobiele media in musea. Dat begon met de audioguide in 1952, een klein metalen kistje dat qua vorm veel lijkt op de hedendaagse iphone.
De audioguide had, net als alle mobiele media, vier eigenschappen: hij was personal, portable, digital en connected. Tallon vertoont een vermakelijk nieuwsitem in zwart/wit dat in 1952 aan de uitvinding was gewijd. In het Stedelijk Museum buigt een groep bezoekers gelijktijdig van het ene schilderij naar het andere. De eerste audioguide stond in contact met één bandrecorder; elke bezoeker hoorde dus hetzelfde verhaal.
De audioguide wordt persoonlijk
In 1979 krijgt de bezoeker meer autonomie met de komst van de cassetterecorder. De bezoeker draagt een mobiele cassetterecorder waarmee hij de informatie op eigen tempo en tijdstip kan beluisteren. Hierdoor gaan musea zich meer op de inhoud van de audioguides richten.
In het begin van de audioguide wisten musea niet goed hoe ze met de mobiele media om moesten gaan, wat resulteerde in summiere informatie over titel en maker van een kunstwerk. Maar door de cassetterecorder werd er meer aandacht besteed aan zowel de culturele en maatschappelijke context van het kunstwerk als aan het kunstwerk zelf. Tallon demonstreert dat met audiofragmenten.
Nu zijn er zoveel mogelijkheden dat musea niet weten wat ze ermee moeten doen
De audioguide begint aan zijn volgende fase in 1995. De digitale audioguide doet dan in Los Angeles zijn intrede. ‘The digital was a game changer,’ zegt Tallon tijdens zijn presentatie. Met digitale technologieën kon de lengte van de verhalen worden verdubbeld: van twee naar vier uur.
- Streetmuseum (foto: cogdoglog Flickr)
Maar digitale technologieën brachten nog veel meer mogelijkheden met zich mee. Tallon: ‘Tot de jaren negentig bevochten musea de technologische beperkingen, maar nu zijn er zoveel mogelijkheden dat musea niet weten wat ze ermee moeten doen.’ Tallon vraagt de aanwezige curatoren, communicatiemedewerkers en managers uit de erfgoedsector om goed na te denken over mogelijke toepassingen van mobiele media.
Loic Tallon's favorieten
Tallon presenteert negen favoriete projecten, die tot voorbeeld kunnen dienen voor de concepten waar de aanwezigen tijdens de workshop aan gaan werken. Een van Tallons favoriete mobiele applicaties is Tate Trumps, een digitaal kaartspel met kunstwerken uit de Tate Modern collectie.
Bij Tate Trumps draait het erom zeven werken te vinden die het hoogste scoren in een gevecht, in hun mate van expressie of als onderdeel van een galeriecollectie. Je kunt het spel met maximaal drie personen spelen. Nadat de spelers hun kunstwerken in Tate Modern hebben uitgekozen, gaan ze met elkaar de strijd aan. Daaruit zal blijken wie van de spelers de meeste feeling heeft voor strategie en collectievorming.
Omdat elk kunstwerk maar één keer kan worden geselecteerd, moeten de spelers in Tate Modern op zoek naar ‘verborgen schatten’. Tate Modern betrekt zo een jonger publiek op een speelse en competitieve manier bij zijn collectie.
De applicaties moeten een unieke ervaring bieden die alleen met mobiele technologieën tot stand kan worden gebracht. Een goed voorbeeld daarvan is Streetmuseum, een applicatie van het Museum of London waarmee de geschiedenis van de Londense straat wordt getoond waar je doorheen loopt. Via GPS en de camera op je smartphone zie je Picadilly Circus of Travelgar Square in de negentiende eeuw, of direct na de Tweede Wereldoorlog. Wellicht dat zulke applicaties na de driedaagse workshop Smart Erfgoed ook in Nederland beschikbaar zijn.
Overige applicaties die Loic Tallon noemde in zijn presentatie:
- Colditz Castle LIVE
- Andy Warhol Museum DIY POP
- Empire State Building Tony's Stories
- Louvre DNP Future Lab
- MEanderthal Smithsonian
Auteur: Thomas van Lier
Share
Gerelateerde thema's
Interessante ontwikkelingen die organisatiebreed worden behandeld.