Kennis /

René van Engelenburg over Dropstuff en de Biënnale van Venetië

interview

Dropstuff in Venetie 2009: Studio Zesbaans

— Tijdens de 53ste Biënnale van Venetië presenteert Dropstuff nieuwe, digitale kunstvormen in hartje stad. Twan Eikelenboom interviewde René van Engelenburg over de totstandkoming en ideëen van het reizende- en netwerkplatform voor mediakunst en e-cultuur.

Beknopt omschreven is Dropstuff een landelijk platform voor mediakunst en e-cultuur dat zowel kunstwerken van professionele kunstenaars en ontwerpers als eigen bijdragen live uitzendt op zogeheten DS_Hotspots in musea, bibliotheken, NS-stations, scholen en festivals. Uitvalsbasis van Dropstuff is een paviljoen in de vorm van een glazen huis met een “gigantisch scherm”. Na al enige tijd in Nederland te hebben rondgereisd langs een veelvoud aan steden, gaat het paviljoen nu richting Venetië voor de Biënnale en laat daar onder andere werk zien dat geselecteerd is uit een Open Call. De gelukkigen die hun werk in Venetië zullen laten zien zijn onder andere Wayne Horse, Leonard van Munster, Blendid, Guido van der Werve en Klaas Kloosterboer.

René van Engelenburg: 'We zijn door Biënnale curator Daniël Birnbaum zelf uitgekozen als officieel “collatoral event”. Dropstuff laat op de Biënnale van Venetië een selectie van werk zien dat in het afgelopen jaar voor het platform is gemaakt; een selectie van materiaal uit de collecties van Museum Boijmans Van Beuningen, Stedelijk Museum De Lakenhal en het Centraal Museum; en het videomateriaal van de winnaars van de open call. Het is leuk om tussen al het klassieke werk te staan en niet alleen videokunst te kunnen tonen, maar vooral ook interactieve digitale werken.' Bekijk het videoverslag van de Biënnale door Coen Bouman en luister naar BBC Digital Planet over Dropstuff.

Dropstuff wil door middel van SMS, bluetooth, touchscreen en sensoren stimuleren dat het publiek aan de kunstwerken deelneemt. Geen witte museum muren maar interactieve kunst in de openbare ruimte en een nieuwe generatie kunstenaars die het publiek op een directe manier benadert.

De lege ruimte tussen school en museum
René van Engelenburg: 'Ik werd naar aanleiding van het Pleinmuseum project, een reizend tentoonstellingspaviljoen, uitgenodigd door Edwin Jacobs, destijds nog directeur van het Jan Cunen museum in Oss. Hij stond op dat moment als directeur van een provinciaal museum in de belangstelling omdat hij als eerste museumdirecteur de toegang gratis had gemaakt. Hij had dit onder andere gedaan om het museum aan te passen aan de behoefte van de inwoners van Oss, die over het algemeen niet heel hoog opgeleid waren en daardoor ook niet snel het museum bezochten. Jacobs had destijds ook een project lopen met een lokale VMBO school genaamd Museumschool. Hiervoor waren in het schoolgebouw drie lokalen speciaal geklimatiseerd en daardoor konden delen van de collectie van het Jan Cunen museum daar tentoongesteld worden. Scholieren hadden dus bijvoorbeeld wiskundeles tussen de kunstwerken. Dit project resulteerde in de observatie: Je hebt een museum, je hebt een school, maar daar tussenin zit eigenlijk nog niets. Jacobs wilde naar aanleiding van een platform als Pleinmuseum kijken of we niet iets konden bedenken wat zich specifiek focust op e-cultuur en jongerencultuur. Uit die onderlinge discussie is het platform Dropstuff voortgekomen; een platform voor mediakunst en e-cultuur.'

Als je als museum jongeren wilt bereiken, dan moet je de taal spreken
René van Engelenburg: 'Een van de hoofdfuncties van Dropstuff is het leggen van een link tussen musea en jongeren. Het Dropstuff paviljoen staat in elke stad een maand lang. Ten eerste geven we in samenwerking met musea de opdracht aan onder andere professionele kunstenaars, vormgevers en interaction designers om interactief werk te maken dat deze dynamiek laat zien. En door deze opdrachten te geven bouw je ook een collectie op. Doordat het paviljoen rondreist is het voor de locaties van een tijdelijke aard. Als iets vast is, went een publiek eraan en wordt het op een gegeven moment normaal. Het interessante van kunst vind ik juist dat het veranderlijk is en dat het een boodschap op een bepaald moment, op een bepaalde plaats heeft. De verplaatsing creëert een schokeffect: Ineens is het er en dan is het weg.

Het tweede onderdeel is het lesprogramma voor middelbare scholieren. Als je jongeren wilt bereiken moet je ook de taal van de jongeren spreken en ervan bewust zijn dat dit een andere dynamiek met zich meebrengt; dit is wat wij musea willen leren, maar de leeftijd 15 tot 17 blijkt een lastige leeftijd om te pakken voor cultuureducatie. We hebben voor Dropstuff een lesprogramma gemaakt met als thema vrijheid van meningsuiting en kunst, waarin we sleutelwoorden als censuur en manipulatie behandelen. Hierbij komt een grote diversiteit aan onderwerpen voorbij, van de kruisingsact van Madonna tot “Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue”. De vraag die we stellen is: Waar ligt de grens? En we leggen daarbij een nadruk op wat de scholier vindt. Jongeren hebben overal een mening over en na twee zinnen kunnen ze ook weer tegen zichzelf ingaan. Het gaat er blijkbaar niet om wat je vindt, zolang je maar iets vindt. Met het thema gaan de jongeren vervolgens ook in het Dropstuff paviljoen aan de slag: Ze maken een storyboard, gaan filmen en aan het eind van de dag staat het resultaat op YouTube; de beste filmpjes worden opgenomen in de programmering.

Het derde deel van Dropstuff is het open podium. Iedereen kan als hij- of zij wil een account aanmaken op de website van Dropstuff en zijn eigen content uploaden.'

Van reizend platform naar netwerk
René van Engelenburg: 'Na een jaar reizen door Nederland met Dropstuff zijn we meer een nadruk gaan leggen op het creëren van een landelijk netwerk. Dit komt voort uit de vraag die wij kregen van veel kleinere steden om bij hen langs te komen en uit de limiet die aan onze capaciteit zit, want we kunnen maar twaalf leerlingen per dag kwijt in het paviljoen. Naar aanleiding daarvan hebben we besloten een netwerk aan te leggen waarbij musea en bibliotheken, maar ook middelbare scholen, zelfstandig het lesprogramma aan kunnen bieden en daarbij de hele programmering lokaal uit kunnen zenden. Daarvoor hebben we Dropstuff Hotspots bedacht. Dit zijn mediakasten die we nu door het land aan het plaatsen zijn in kunstacademies, musea, bibliotheken, middelbare scholen en ze zijn ook te zien op festivals. Vanuit een musea kan je in een middelbare school kijken en andersom, daarbij kan voor de Hotspots ook meer interactieve content worden ontwikkeld, denk bijvoorbeeld in de richting van games. Het bereik van Dropstuff vergroot zich door de Hotspots enorm, zo hebben we ook gesproken met de Nederlands Spoorwegen om twee grote Dropstuff Hotspots te plaatsen op Utrecht Centraal en Amsterdam Centraal waarop wij onze programmering uitzenden. We kunnen dan meer dan 150.000 bezoekers per dag bereiken.'

Pleinmuseum: Het hedendaagse antwoord op de White Cube
René van Engelenburg: 'Vanuit de het project Pleinmuseum is Dropstuff ontstaan. Pleinmuseum op zijn beurt is ontstaan vanuit de discussie over wat het nieuwe museum van hedendaagse kunst zou moeten zijn en hoe dat eruit zou moeten zien. Dit kwam tot uiting in een geschreven discussie tussen hoofdredacteuren van onder andere de Volkskrant, NRC en enkele museumdirecteuren. Die discussie kwam destijds niet tot een conclusie en ook niet tot een vorm; ik vond als jonge ontwerper dat ik daar op z'n minst ook over mee mocht denken en praten. Eigenlijk vond ik het klassieke modernistische museumconcept van de “White Cube” totaal ongeschikt voor hedendaagse media. Het is wel geschikt voor de klassieke kunsten, maar niet voor de nieuwe media kunsten. Het is ook niet interessant wanneer kunstenaars zich nog steeds afhankelijk zouden moeten opstellen tegenover museale instellingen. Ze kunnen veel beter zelf het publieke podium zoeken, waarbij de stad context genoeg biedt als uitgangspunt en als platform. Door Museumplein om te draaien kregen we de naam Pleinmuseum, wat staat voor het binnenstebuiten keren van de klassieke “White Cube”: Overdag is het Pleinmuseum een witte doos en op het moment dat het 's avonds donker wordt dan klapt het zich door middel van hydraulica open en ontstaat er een vorm die de ruimte omarmt in plaats van afsluit.

Voor de programmering van Pleinmuseum heb ik samengewerkt met Meta Knol, conservator hedendaagse kunst van het Centraal Museum Utrecht, en haar gevraagd om een multidiscplinaire groep kunstenaars uit te nodigen om voor dit platform werk te maken en daarbij gebruik te maken van de context die de openbare ruimte biedt. Met Pleinmuseum zijn we in tien steden geweest, waarvoor ook elke keer weer nieuw werk is gemaakt. Pleinmuseum heeft ook op de Biënnale van Venetië gestaan als onderdeel van het symposium over “The Migrating Museum” van het Britse paviljoen, opgezet door Mike Philips, destijds curator van TATE in Londen. Philips zag in Pleinmuseum en een mooi voorbeeld van het migrerende museum want het neemt lokale identiteit in zich op en bouwt een rijke historie op van de plaatsen waar het geweest is.'

De kracht van eigen interpretatie van het platform
René van Engelenburg: 'Zowel Dropstuff als Pleinmuseum zijn platformen waar mensen zelf mee aan de slag kunnen gaan; ze kunnen hun eigen interpretatie eraan geven. Inzendingen kunnen me ook verbazen en sommige toevoegingen zijn heel goed. Ik herinner me een werk van Driessens en Verstappen die werk hadden gemaakt voor het Pleinmuseum paviljoen waarbij virtuele doeken werden geprojecteerd op de wanden van het Pleinmuseum. Je kreeg hierdoor het effect dat het hele object leek te bewegen. Aan het eind van dit zestien minuten durende werk scheurt het doek er ook ineen keer vanaf. Dat werkte als totaalkunstwerk helemaal perfect. De drager kan een uitgangspunt zijn voor kunstenaars om een extra laag toe te voegen die ontzettend sterk kan zijn.'

Dropstuff staat van 2 tot en met 7 juni op de kade tussen San Marco en Giardini, de Riva Ca’ di Dio direct naast vaporettohalte Arsenale. Meer informatie over de projecten van René van Engelenburg is te vinden op zijn website en op de website van Dropstuff.nl.

Contact

Share

Tags

Facebook comments