Kennis /
ECF Live: Urban Regeneration and Media Technology
— Verslag van het Urban Regeneration and Media Technology liveprogramma van de E-culture Fair 2010 in Dortmund.
Door Niels Kerssens
Download PDF
Op deze tweede ochtend van de E-culture Fair presenteren organisaties ieder een project dat raakt aan het thema van stedelijke regeneratie (Urban regeneration). De uitzending was ook te volgen via CoolMediators, wij behandelen drie projecten.
Medialab Amsterdam – Urban projections
Gijs Gootjes is project manager van het HvA MediaLab en specifiek heeft hij het het project Urban Projections onder zijn hoede. Het HvA medialab biedt plek aan studenten van diverse disciplinaire achtergronden om in kleine groepen mediaproducten te ontwerpen en te ontwikkelen. Specifiek voor de E-culture fair hebben de studenten van het medialab een nieuwe urban projection ontworpen waarmee op woensdag 25 augustus de E-culture fair wordt afgesloten. Een interactieve projectie in de stedelijke omgeving van Dortmund waarbij de bezoekers eerst gefilmd worden om vervolgens live te verschijnen binnen één van de zestig ramen aan de buitenkant van de vierkante façade van het U-turm gebouw.
Zoals Gootjes stelt, speelt een bewustwording van de diversiteit aan plekken waar mensen in de publiek stedelijke ruimte met media interacteren een belangrijke rol in de ontwikkeling van deze producten. In het regenereren van deze stedelijke ruimte draagt het medialab volgens Gootjes op drie manieren bij, door het uitvoeren van kleinschalige maar innovatieve projecten, het opschalen van ‘best practices’ en het creëren van teams ronddom de projecten.
Westergasfabriek Amsterdam – Uplabs
Liesbeth Jansen is directeur van de Westergasfabriek en start haar presentatie met een korte uiteenzetting van de historie van het Amsterdamse Westerpark. In 1992 is besloten een park bestemming te geven aan dit voormalig terrein van de gasfabriek, en in 2004 is een traject ingezet om het park van de 21e eeuw te worden waarbij park en gebouw integreren en de focus blijft op het publiek gebruik en de historie van het park.
Om dit park te realiseren is, zo vertelt conceptontwikkelaar Pol Eggermont, in 2006 gestart met het UPlabs project, een afkorting voor het Urban Park laboratorium. Vanuit dit lab zijn tal van nieuwe media projecten ontwikkeld en gerealiseerd binnen het park domein die de historie van het park via een virtuele laag aan de bezoeker ontsluiten.
Zo is er een fluisterbank waar de bezoeker zijn persoonlijk verhaal kan achterlaten en die van een ander kan beluisteren, de augmented reality tijdkijker waarmee een blik terug in de tijd kan worden geworpen, QR park readers die de geschiedenis van het park ontsluiten op de mobiele telefoon, enkele urban screens die naast informatie ook digitale kunstwerken vertonen en tot slot een aantal GPS tours.
Vraag vanuit het publiek is of er een strategie bestaat om al deze verschillende projecten te laten samenwerken, en op elkaar aan te laten sluiten? Volgens Eggermont is er wel een bepaalde manier van samenwerking, echter deze is niet van te voren uitgedacht, maar pas na voltooiing van de projecten ontstaan omdat elk project afzonderlijk is gecreëerd met een verschillend publiek in gedachte.
Op de vraag of er iets bekend is over de waardering van de projecten bij het publiek vertelt Eggermont dat in principe alles wat fysiek is te benaderen succesvol is, zoals de fluisterbanken, de time viewer en de QR codes. Voor de GPS tours ligt dit ingewikkelder omdat volgens Eggermont veel mensen simpelweg niet weten dat ze er zijn.
Dropstuff
Rene van Engelenburg presenteert Dropstuff, een Nederlands netwerk van publieke schermen dat plek biedt voor interactieve nieuwe media kunstwerken. Dropstuff maakt gebruik van twee grote schermen die op diverse plekken in het land worden opgesteld en tal van zogenaamde hotspots die momenteel te vinden zijn in musea, scholen en op diverse NS treinstations. Vijftig procent van de tentoongestelde werken worden in opdracht gemaakt door professionele kunstenaars en designers, daarnaast is er een open podium waarvoor iedereen werk kan inzenden en wordt er tot slot werk geproduceerd door middelbare scholieren, onderdeel van de educatieve tak van Dropstuff.
Vraag vanuit het publiek is hoe de selectie van de kunstwerken plaats vind? Van Engelenburg stelt dat Dropstuff hiervoor samenwerkt met verschillende musea en festivals. Zo nodigt Dropstuff museumcuratoren uit om een keuze te maken uit de werken. Op de vraag hoe de traditionele curator reageert op de nieuwe mogelijkheden van Dropstuff antwoord Engelenburg dat deze reactie nauw samenhangt met het ego van de curator, “Wij bieden het museum alleen uitzendt tijd, een toevoeging aan hun fysieke ruimten, een mogelijkheid om buiten de muren van het museum te denken”.
Tot slot wordt gevraagd op welke manier Dropstuff onderdeel is in het proces van stedelijke regeneratie. Van Engelenburg stelt dat stedelijke regeneratie geen primair doel is van Dropstuff. Ze zijn niet actief en politiek betrokken bij dit proces, echter zo stelt Van Engelenburg, “de contributie van Dropstuff zit hem in het openen van een ‘gesloten’ kunst wereld voor een publiek dat normaal niet het museum bezoekt”.
Plenaire sessie
Moderator Anne Nigten stelt ieder van de presentatoren de vraag hoe de sociale impact op de lokale gemeenschap te meten is. Jansen (Uplabs) vertelt dat de Amsterdamse gemeente een jaarlijks onderzoek uitvoert om de ervaring van het publiek in het park te meten. Daarnaast is het de intentie van Uplabs om samen te werken met de UvA voor het uitvoeren van zowel kwantitatieve als kwalitatieve metingen.
Aan Twitterhouse stelt Nigten de vraag hoe het creatieve proces nog steeds invloed kan hebben op de lange termijn als er gewerkt wordt in gescheiden fasen? Volgens de makers van Twitterhouse zijn de fasen echter niet zo strikt gescheiden. Ze lopen min of meer parallel en zo dus ook het creatieve proces. Flexibiliteit lijkt hier een kern begrip te zijn zoals één van de Uplabs mensen meedeelt.
Specifiek aan Patching Zone wordt gevraagd hoe initieel opgedane kennis binnen een project te behouden is voor de lange termijn, nadat het ‘actieve’ project is afgerond? Nigten vertelt toe werken naar een model waarbij ze als partij ook op lange termijn onderdeel blijven van het proces en dus als externe partner in een breder programma van stedelijke regeneratie integreren.
Tot slot wordt aan Van Engelenburg van Dropstuff gevraagd naar zijn ideeën betreffende de transformatie van de publieke ruimte? Engelenburg heeft de ervaring van verschillende stedelijke ruimten. Zo bezoekt Dropstuff stadcentra, maar ook meer suburbane gebieden. Hij verteld hoe vorig jaar een scherm in Rotterdam zuid mislukte, mensen liepen er met een grote boog omheen. Volgens Engelenburg kost het veel tijd om een locatie voor te bereiden. De beste plekken zijn daar waar de mensen al reeds aanwezig zijn, niet waar ze naar toe ‘gelokt’ moeten worden.
Share
Gerelateerde thema's
Interessante ontwikkelingen die organisatiebreed worden behandeld.