Kennis /

Van audiotours tot iPhones

verslag

— De museumbezoeker moet tegenwoordig een 'museum shuffle' doen: Hij of zij moet voor het bezoek de website bekijken, profielen maken, tijdens het bezoek rekening houden met audio, video, tekst, kiosken, catalogi, vaak zelf interacteren met wat er te zien valt, en na afloop zelf thuis doorgaan met eigen inhoud, preferences etc. De werkelijkheid is dat maar een klein percentage bezoekers gebruik maakt van deze diensten.

Voor veel musea blijft een traditionele audiotour de beste manier om bezoekers rond hun collectie te begleiden. Maar de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van apparatuur (draadloos internet, nieuwe PDA's en mobiele telefoons) plus de mogelijkheden om contact te leggen en te houden met bezoekers voor, tijdens en na een bezoek (gekoppeld aan web 2.0 ontwikkelingen) bieden veel nieuwe kansen voor musea. Vorige week in Londen kwamen een aantal internationale experts bijeen om kennis uit te wisselen. Zij organiseerden een kleinschalige workshop, gekoppeld aan een symposium voor een doelgroep van museum professionals.

Een wiki van de conferentie, met veel nuttige informatie, inclusief mooie 'mind maps' is te vinden op: www.tate.org.uk/modern/multimediatour/ Hieronder een samenvatting van het evenement, voor meer informatie zoek in de Wiki.

De conferentie telde 4 sessies, beginnend met een algemene sessie over de voorwaarden voor goede tours (design principles). Fijn aan deze sessie was de openheid van de sprekers of het falen van recente pogingen om met hand-helds te werken in musea (voorbeeld: Getty Museum, die een veel te ambitieus project heeft opgezet waarbij alle componenten in-house werden ontwikkeld, en met een zeer ingewikkeld systeem met gebruik van context awareness en location sensing. Na twee maanden werd het systeem geschrapt).

Nancy Proctor, Smithsonian American Art Museum en vroeger werkzaam bij Antenna Audio (de grootste marktpartij op het gebied van Audiotours) bood 10 'top tips' aan voor een succesvolle mobile solution. Interessant waren haar adviezen aan bedrijven die dergelijke tools ontwikkelen over wat musea 'echt willen'. Een van de valkuilen met 'tours' is het nadruk leggen op het systeem, en niet op 'het verhaal'. Ook bijvoorbeeld tours die speels zijn, gericht op het oplossen van een probleem of beantwoorden van een vraag, zorgen ervoor dat mensen vaak stoppen met een kunstwerk bekijken zodra het opgelost is.

De tweede sessie ging over de keuze van platforms (audiotour, mobile phone, iPhone of proprietary device). Makoto Manabe van het Nationaal Weteschapsmuseum in Tokyo vertelde over een groot aantaal experiementen aldaar met diverse devices, inclusief de Nintendo DS. De grootste les die hij had geleerd was om eerst je doelgroep te kennen en de hoofddoel van het specifieke gebruik van het systeem (in Japan ten minste bleken schoolmeisjes altijd in groepen te werk te gaan, de jongens alleen).

Peter Samis van SFMOMA en grote kenner op dit gebied internationaal had interessant onderzoek gedaan naar bezoekersrespons voor verschillende audiotours, bijvoorbeeld voor de tentoonstelling Matthew Barney, waarbij dezelfde inhoud aangeboden werd via 3 verschillende devices.

In de derde sessie lag de nadruk op hoe je een project moet opzetten, wat je zelf als museum moet doen en wat je moet uitbesteden (en hoe je financiering regelt). Chris Alexander van de San Jose Museum of Art is het gelukt om helemaal alleen met gebruik van tools en platforms van derden goede resultaten te boeken met handheld tours. Hun meest recente projecten maken gebruik van iPhones. Als tegenpool kwam het verhaal van het Louvre Museum die in oktober 2007 een indrukwekkende multimediagids heeft ontwikkeld, met vooral een interessante navigatiesysteem. Terwijl een aantal onderdelen in-house werden gemaakt (vormgeving, bezoekerservaring) was veel uitbesteed aan externe partijen (inhoud productie, techniek, huur).

Hoe ontwerp je inhoud voor verschillende doelgroepen, en wie kan dit het beste doen? Tussen alle museumprofessionals in de zaal waren ook een paar ontwerpers die de nadelen van alles in-house doen ook ondervonden: kleine bureau's hebben veel ervaring met meerdere klanten en zijn vaak beter op de hoogte van de mogelijkheden dan een museum zelf.

De laatste sessie ging over de toekomst: niet alleen de nieuwe technologie maar ook innovatie in het kiezen voor nieuwe strategieen om inhoud aan te bieden via meerdere kanalen. De MoMa in New York heeft de afgelopen jaren veel geinvesteerd in gratis audiotours en een PDA pilot project om gebruik van handhelds in het museum te testen. De nadruk ligt op het stroomlijnen van content distributie via verschillende devices en kanalen, zoals iTunesU, MoMA guide en MoMA Wifi.

Tate Modern heeft een andere koers gekozen, met de nadruk op video. Jane Burton presenteerde 3 recente projecten: een Ipod touch/iPhone tour voor Tate Liverpool's Klimt tentoonstelling (waarbij veel oudere mensen graag de toestel hebben gebruikt); de video podcast serie TateShots, en een aantal korte films gemaakt rondom de Tate Modern tentoonstelling over Street Art. Bij de ambities van Tate horen ook plannen om online en via terrestrial kanalen uit te zenden. Burton moedigde de conferentie-bezoekers aan om gebruik te maken van de goedkope productie kosten en eigen inhoud produceren, waarbij je niet moet vergeten om vanaf het begin rekening te houden met 'cross-platforming'.

Valkuilen
Naast deze presentaties kwamen veel thema's aan de orde, vooral op het gebied van praktische tips en 'do's and don'ts'. Een belangrijk thema was ook rechten: veel musea hebben in het verleden contracten gesloten met leveranciers die vervolgens rechten hebben op de inhoud (voorbeeld Boston Museum). De science museum in Japan had dit slim opgelost door inhoud aan te bieden in het engels (aan schoolkinderen) als taalonderwijs. Andere grote culturele instellingen in de VS, zoals New York Public Library en Indianapolis Museum of Art zijn eigenaar van hun eigen content en kunnen het 'weggeven' via Itunes, YouTube etc.

Iphone of mobiel?
Het gebruik van mobile phones heeft een aantal voor- en nadelen. Aan de ene kant kunnen bezoekers hun eigen toestellen gebruiken, maar er zijn geen standaarden met toestellen en de kosten van een bezoek kunnen heel hoog uitpakken. Bij het Whitney Museum was een experiment met cell phone tours een 'ramp' (de medewerkers moesten mensen betalen om mee te doen!) In de VS is de belangrijkste leverancier van mobile phone diensten voor musea Guide By Cell. Via een mash-up van area codes met Google Maps kunnen zij ook aan een museum laten zien waar hun bezoekers vandaan komen...

Hand held hands on
Kunstmusea (vooral grote) waren oververtegenwordigd tijdens dit evenement. Vaak zijn de vernieuwingen rondom technologie eerder te vinden bij wetenschapsmusea, zoals Science Museum in Londen. Hier is al jaren geexperimenteerd met ICT omdat dit een interessant alternatief is voor het verbouwen van je hele museum/collectie. Het grote voordeel van hand-held devices is dat dit een nieuwe interface biedt voor bestaande collecties, maar onderzoek bij het Exploratorium in de VS concludeerde alleen dat hand-helds niet compatible zijn met 'hands-on' ervaringen.

Share

Gerelateerde thema's

Interessante ontwikkelingen die organisatiebreed worden behandeld.

Tags

Facebook comments